Instructies voor de arts
Geïmplanteerde stimulatie-apparaten. Indien voor de patiënt dergelijke implantaten zijn
geïndiceerd, moet aan de hand van zorgvuldige screening worden bepaald dat de veiligheid is
gegarandeerd voordat gelijktijdige elektrische hulpmiddelen permanent worden geïmplanteerd.
Veranderen van houding. Afhankelijk van de mate van activiteit van de patiënt, kan het
veranderen van de houding invloed hebben op de intensiteit van de stimulatie. Instrueer de
patiënt de afstandsbediening te allen tijde bij de hand te houden en zorg dat hij/zij begrijpt
hoe het stimulatieniveau moet worden aangepast. Raadpleeg het onderdeel Veranderen van
houding in het gedeelte Instructies voor de patiënt in deze handleiding voor meer informatie.
Medische hulpmiddelen/therapieën. Indien de patiënt lithotripsie, elektrocauterisatie, externe
defibrillatie, radiotherapie, ultrasoon scannen of echografie met hoog vermogen, een röntgen-
of CT-scan moet ondergaan:
• Schakel de stimulatie ten minste vijf minuten voor de ingreep of procedure uit.
• Alle apparatuur, ook grondplaten en paddles, moet zo ver mogelijk van de IPG worden
gebruikt.
• Al het mogelijke moet worden gedaan om velden, met inbegrip van stroom, straling of
ultrasone bundels met hoog vermogen, weg te houden van de IPG.
• De apparatuur moet worden ingesteld op de laagst mogelijke klinisch geïndiceerde
energie-instelling.
• Instrueer patiënten om de werking van de IPG na de behandeling te bevestigen door de
IPG in te schakelen en het stimulatieniveau geleidelijk te verhogen tot het gewenste niveau.
Essentiële werking
Storing van de externe elektrische onderdelen zal niet leiden tot een onaanvaardbaar risico
voor de gebruiker.
Informatie over telemetrie
Frequentieband: 119 – 131 kHz
Modulatietype: FSK
Effectief uitgezonden vermogen: 0,05 mW (-13 dBm) maximaal
Magnetische veldsterkte (op 3 m afstand): 46 μA/m
Precision Novi™-systeem Informatie voor voorschrijvers
90962628-03
Veiligheidsinformatie
121 van 445