Descargar Imprimir esta página

CardioFocus HeartLight X3 Manual De Instrucciones página 77

Ocultar thumbs Ver también para HeartLight X3:

Publicidad

13. Om het weefselcontact en de mogelijkheid van stilstaand of bewegend bloed dat zich achter de
laesiegenerator kan bevinden, te kunnen visualiseren, moet de laesiegenerator proximaal worden
verplaatst. Wanneer u laesies aanbrengt achter de laesiegenerator, moet een lagere dosering worden
gebruikt (5,5 W) om te voorkomen dat onbedoeld hogere doses energie in bloed worden afgegeven.
14. Stel de gewenste dosering en de modus voor afgegeven vermogen vast via het aanraakscherm
op de console. De parameter Vermogen verwijst naar het uitgangsvermogen dat de console via de
ballonkatheter in het doelweefsel afgeeft. De waarde wordt uitgedrukt in watt (W). Het HeartLight X3-
systeem kan worden bediend in twee modi: 1) handmatige modus en 2) RAPID-modus. In de
handmatige modus geeft de console een vaste dosis (W) gedurende een vaste tijdsduur (seconden) af
terwijl de laesiegenerator stationair is. In de RAPID-modus geeft de console een constante dosis (W)
af terwijl de laesiegenerator in de vene ronddraait zolang de gebruiker de voetschakelaar ingedrukt
houdt.
15. In de handmatige modus moet in de meeste gevallen als startdosis 8,5 W gedurende 20 seconden
worden gebruikt. In de RAPID-modus moet 13 W RAPID worden gebruikt als startdosis. Het vermogen
kan naar goeddunken van de arts worden verlaagd of verhoogd. In het algemeen moet minder energie
worden gebruikt:
wanneer de positie van de laesiegenerator meer distaal is
wanneer de ballongrootte kleiner is
wanneer de stip van de richtbundel kleiner lijkt
16. De beschikbare doseringen staan vermeld in tabel 1 hieronder. Raadpleeg het gedeelte
Proceduregegevens in de Klinische samenvatting voor ablatie-instellingen die tijdens het klinische
HeartLight-onderzoek zijn gebruikt.
17. Als de minste twijfel bestaat ten aanzien van de aanwezigheid van bewegend bloed of van
de locatie ten opzichte van de distale witte lijn, dient te worden overwogen het vermogen voor
30 seconden te verlagen tot 5,5 W.
 WAARSCHUWING: In de RAPID-modus mag geen energie in het bloed worden afgegeven.
18. Controleer via het endoscoopbeeld of er rondom weefselcontact is en of de richtbundel op de
gewenste laesielocatie gericht is. De zwarte rechthoekige markeringen die in het veld van de
endoscopische weergave zichtbaar zijn, zijn bedoeld als ondersteuning bij het correct rotationeel
spatiëren van de positionering van de laesies. Door de richtbundel één markering verder te draaien
wordt de laesiegenerator voldoende vooruitgedraaid om de laesies te doen overlappen.
19. Desgewenst kan vóór behandeling van een vene met de console een referentiemomentopname
worden gemaakt. Tijdens de procedure kan ook op elk gewenst moment een
referentiemomentopname worden gemaakt.
20. Verplaats de richtbundel naar het begin van het te behandelen gebied, selecteer de RAPID-modus
en bepaal vervolgens de draairichting (linksom of rechtsom).
Gebruiksaanwijzing voor HeartLight X3-katheter
06-5511 REV A
Pagina 17
ECN-4541

Publicidad

loading