Algemene veiligheidsvoorschriften
11. Gevaarlijke plaatsen en gevarenzones
Gevaarlijke plaatsen aan de draaiende machine
moeten op de locatie worden beveiligd door passende
veiligheidsvoorzieningen.
Tast bij een draaiende machine nooit in de gevarenzone.
Trek voor werkzaamheden aan de machine altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
Wanneer ongeoorloofd in de gevarenzone wordt gekomen of
ongeoorloofd in de draaiende machine wordt gegrepen, bijv.
voor reinigings-, aanpassings- of onderhoudswerkzaamheden
zijn de hierna beschreven risico's mogelijk:
Beknellingsgevaar
Snijgevaar
Gevaar voor
intrekken
Ongecontroleerd
bewegende onder-
delen
Elektr. risico's
12. Uitladen en transport
Gebruik bij het uitladen van de machine, componenten
en onderdelen en voor het tillen van zware lasten alleen
nl
geschikt en toegestaan hefgereedschap (hijskraan), voor het
vervoeren van de machine binnen het bedrijf zo mogelijk
uitsluitend magazijnwagens.
• Het uitladen of bedrijfsintern vervoeren met de hand is niet
toegestaan als het gewicht meer dan 25 kg bedraagt.
Gevaar!
Bij gebruik van hefwerktuigen nooit onder zwevende
lasten doorlopen of werken. Levensgevaarlijk!
Let bij gebruik van hefwerktuigen op het volgende:
• hefwerktuigen alleen op de aangeduide plaatsen
(transportogen e.d.) aan de machine bevestigen.
• gebruik uitsluitend geschikte en goedgekeurde lastmiddelen
(spanbanden, touwen, kettingen, schakels enz.) met
voldoende draagvermogen.
• belast alleen ervaren vakmensen met het transport.
• de machine/componenten altijd horizontaal plaatsen en
verticaal tillen, nooit schuin hieraan trekken.
Bescherm uitstekende componenten en
uitrustingsvoorwerpen van de machine tegen beschadiging
bij het gebruik van hefwerktuigen en bedrijfsintern
transport.
Zet alle lasten zonder te stoten met de gebruikelijke
zorgvuldigheid neer en beveilig die onmiddellijk tegen
omvallen/kantelen, wegrollen, vandalisme, bijv. botsing met
magazijnwagens en vallende voorwerpen.
564
564
tussen bewegende en vast geplaatste
machineonderdelen, zoals machine-units en
afzettingen of veiligheidsvoorzieningen
aan werktuigen
bij roterende machineonderdelen of bij
machine-units
Vallende, eruit geslingerde, terugslaande
componenten en pneumatische machinebe-
wegingen of wegvliegende onderdelen
gevaarlijke stroomhoeveelheden door directe
of indirecte aanraking van elektr. apparaten
13. Plaatsing en aansluiting van de machine
• Laat een expert controleren dat er voldoende
draagvermogen/stabiliteit bij werktafels is, voordat de
machine op de montageplek wordt geplaatst.
• Zorg ervoor dat installatie-/aansluitingswerkzaamheden
niet door extra risico's op de opstellingsplaats in gevaar
worden gebracht.
• Plaats de machine niet in de buurt van werkzones, waar
gewerkt wordt met oplosmiddelen (zoals verfspuiterijen).
Waarschuwing!
De machine mag met zijn elektrische uitrusting niet in
explosieve omgevingen worden geplaatst.
• Maak de plaats van opstelling grondig schoon. Verwijder
vuil, bouw- of montageresten (met een bezem).
• Leg kabels en persluchtleidingen dusdanig, dat in werk- en
loopgedeeltes van de machine geen struikelgevaar kan
ontstaan. Kabels of slangen mogen niet geknikt, bekneld of
doorgeschuurd kunnen worden.
• De aansluiting van pneumatische apparaten en
uitrustingsvoorwerpen, evenals instellings- en
reparatiewerkzaamheden vereisen vakkennis en mogen
derhalve alleen door hiervoor opgeleid vakpersoneel
worden uitgevoerd.
14. Voorbereidingen
Voorbereidingen voor het bedrijf, functiecontroles, testrun
en aanpassingen
Neem het verbod op veranderingen aan de machine in
acht en plaats geen aanbouwapparatuur die niet door Paul
Hettich GmbH & Co. KG gecontroleerd en goedgekeurd
is. Elke nog zo geringe wijziging heeft oncontroleerbare
functiestoringen tot gevolg en kan grote risico's en materiële
schade opleveren.
Werkzaamheden tijdens aanpassingen of bij het verwisselen
van gereedschap na passende voorzorgsmaatregelen en
conform de instructies uitvoeren. Bescherm uzelf door
passende maatregelen tegen plotselinge bewegingen van
machine-elementen, bijv. door onbevoegde of abusievelijke
andere schakelingen.
Schakel voor aanvang van alle werkzaamheden de hoofd- of
netschakelaar uit en waarborg de schakelaarpositie.
Raak bij aanpassings- of instelwerkzaamheden:
• geen componenten aan die door de machine nog worden
bewogen, gespannen of bewerkt en/of door de machine
niet afsluitend werden vrijgegeven,
• nooit gereedschap aan voordat de machine definitief is
uitgeschakeld en volledig tot stilstand is gekomen,
• geen bedrijfswarme componenten aan. Een
drijfwerk kan na een zekere inschakelperiode een
oppervlaktetemperatuur van ca. 80 °C hebben.
Waarschuwing!
Laat u bij alle aanpassings- of instelwerkzaamheden
indien mogelijk door een tweede persoon die toezicht
houdt beschermen, die in plotseling gevaarlijke
situaties de machine kan uitschakelen.