Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
wanneer de motor draait. Zorg voor een stevige grip
waarbij duimen en vingers de handgrepen van de
kettingzaag omsluiten.
■ Laat nooit iemand de kettingzaag gebruiken die niet is
onderwezen in het juiste gebruik. Dit geldt zowel voor
gehuurde zagen als eigen zagen.
■ Voordat u de motor start, dient u er zeker van te zijn
dat de ketting met geen enkel voorwerp contact maakt.
■ Gebruik de kettingzaag alleen in goed geventileerde
ruimten.
■ Zorg dat u altijd een blusapparaat bij de hand hebt als
u de kettingzaag gebruikt.
■ Plaats de beschermkoker over het zwaard als u de
kettingzaag vervoert of opbergt.
■ Controleer altijd of de steunklauw op de juiste wijze op
de kettingzaag is gemonteerd.
■ PROBEER DE aandrijfkop niet aan te passen voor
een beugelgeleider en gebruik de zaag niet om
hulpstukken of apparaten aan te drijven die niet
vermeld staan voor uw zaag.
JUISTE KLEDING VOOR VEILIGHEID
■ Draag nauwsluitende kleding. Draag altijd een lange,
stevige broek, laarzen en handschoenen. Draag geen
sieraden, korte broek, sandalen en loop niet op blote
voeten. Draag geen kleding, die in de motor kan
worden getrokken of verstrikt kan raken in de ketting
of het struikgewas. Draag een overall, spijkerbroek of
een leren broek met snijbestendig materiaal of een
die snijbestendige inzetstukken bevat. Steek haar op
boven de schouders.
■ Draag veiligheidsschoeisel met antislipzolen en
handschoenen van zware kwaliteit om uw grip te
verbeteren en uw handen te beschermen.
■ Draag oog-, gehoor- en hoofdbescherming tijdens de
bediening van dit apparaat.
BIJTANKEN (NIET ROKEN!)
■ Om het risico op vuur en brandwonden te verkleinen,
dient u voorzichtig om te gaan met brandstof. Het is
licht ontvlambaar.
■ Meng en sla brandstof op in een container die
goedgekeurd is voor benzine.
■ Meng brandstof in de open lucht waar geen vonken of
vlammen zijn.
■ Ga naar een kale plek, stop de motor en laat de motor
afkoelen voordat u bijtankt.
■ Draai de brandstofdop voorzichtig open om de druk
te verminderen en om te voorkomen dat er brandstof
langs de dop ontsnapt.
■ Draai de brandstofdop stevig vast nadat u hebt
bijgetankt.
■ Veeg gemorste brandstof van het apparaat. Ga op 9 m
(30 voet) afstand van de brandstofvulplaats staan voor
u de motor start.
■ Probeer onder geen enkele omstandigheid gemorste
brandstof te verbranden.
BASISVOORZORGSMAATREGELEN IN HET ZAAG/
WERKTERREIN
■ Sta niet op een onstabiel oppervlak terwijl u de
kettingzaag gebruikt, hiermee worden ladders,
steigers, bomen enz.Bedoeld.
■ Begin pas met zagen wanneer een u opgeruimd
werkterrein, een stevige standplaats en een voorbereid
pad voor de aftocht hebt vanaf de te vellen boom.
■ Zaag niet vanaf een ladder, dit is buitengewoon
gevaarlijk.
■ Wees buitengewoon voorzichtig wanneer u kleine
struiken en boompjes zaagt, omdat het buigzame
materiaal zich in de zaagketting kan vastgrijpen,
waardoor deze naar u toe wordt geslagen of u uit uw
evenwicht brengt.
■ Wanneer een tak wordt gezaagd die onder spanning
staat, wees dan bedacht op het terugveren zodat u niet
wordt geraakt wanneer de veerkracht in de houtvezels
wordt vrijgelaten.
■ Gebruik de kettingzaag niet in een boom tenzij u
specifiek hiervoor bent opgeleid.
■ Wees bedacht op de gevaren van de uitstoot van
uitlaatgassen, oliedampen en zaagsel.
■ Wanneer u het product gebruikt, draag dan
gehoorbescherming.Houd
kinderen) op 15 meter afstand van de werkplaats. Het
gebruik van vergelijkbaar gereedschap in de buurt
verhoogt het risico op letsels. Neem regelmatig een
pauze.
■ Het gebruik van gehoorbescherming vermindert
de mogelijkheid om waarschuwingen (verbaal of
alarmen) te horen. De gebruiker moet extra aandacht
hebben voor wat er op de werkplaats gebeurt.
■ Houd omstanders en dieren buiten het werkterrein.
Houd andere personen uit de buurt tijdens het starten
van of zagen met de kettingzaag.
OPMERKING: De omvang van het werkterrein is
afhankelijk van het werk dat wordt uitgevoerd, alsmede het
formaat van de desbetreffende boom of het werkstuk. Voor
het vellen van een boom is bijvoorbeeld een veel groter
werkterrein nodig dan voor andere zaagwerkzaamheden
(bijv. kortzagen enz.).
116
omstanders
(vooral