1.6. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWINGEN
1. Uitsluitend bestemd voor gebruik door zorgverleners die zijn opgeleid in klinische
endoscopische technieken en ingrepen die specifiek zijn voor urinewegendoscopie en
in overeenstemming met het beoogde gebruik van de aScope 5 Cysto HD. Het niet
opvolgen van het bovenstaande kan letsel bij de patiënt veroorzaken.
2. De gebruiker moet professioneel beoordelen of een cystoscopieprocedure nuttig en
noodzakelijk is voor hoogrisicopatiënten.
3. Gebruik de aScope 5 Cysto HD niet als de inspectie en voorbereiding ervan negatief
uitvalt of mislukt, aangezien de patiënt hierdoor letsel kan oplopen.
4. Probeer de aScope 5 Cysto HD niet te reinigen en opnieuw te gebruiken; het is een
apparaat voor eenmalig gebruik. Hergebruik van het product kan leiden tot
besmetting, wat een infectie kan veroorzaken.
5. Het distale uiteinde van de aScope 5 Cysto HD kan door opwarming van de led-
lichtbron warm worden. Vermijd langdurig contact tussen het distale uiteinde van de
aScope 5 Cysto HD en het slijmvlies, want langdurig contact met het slijmvlies kan
slijmvliesletsel veroorzaken.
6. Camerabeelden van de aScope 5 Cysto HD mogen niet worden gebruikt als onafhankelijke
diagnose van een pathologie. Doet u dit wel, dan kan het leiden tot een onjuiste of
ontbrekende diagnose. Artsen moeten alle resultaten interpreteren en onderbouwen
door andere middelen op basis van de klinische eigenschappen van de patiënt.
7. De aScope 5 Cysto HD mag niet worden teruggetrokken als er een endoscopisch
instrument uit het distale uiteinde van het werkkanaal steekt, omdat dit het uretrale
slijmvlies kan beschadigen.
8. U mag een geactiveerd endoscopisch instrument (d.w.z. laserapparatuur, elektrochirurgische
apparatuur) in de aScope 5 Cysto HD pas in werking stellen als het distale uiteinde van
het instrument op het weergaveapparaat te zien is, aangezien dit kan leiden tot letsel
van de patiënt of schade aan de aScope 5 Cysto HD.
9. U mag het in te brengen deel tijdens het gebruik niet beschadigen, aangezien er dan
onderdelen van het product in de patiënt kunnen achterblijven of scherpe oppervlakken
het slijmvlies kunnen beschadigen. Wees voorzichtig om schade aan het in te brengen deel
te vermijden bij het gebruik van de aScope 5 Cysto HD met endoscopische instrumenten.
10. Bekijk altijd het rechtstreekse beeld op het weergaveapparaat als u de aScope 5 Cysto
HD inbrengt of terughaalt, of wanneer u het buigstuk gebruikt. Als u naar een
opgenomen beeld kijkt, kan dit leiden tot schade aan het slijmvlies of weefsel.
11. Het gebruik van elektrochirurgische apparatuur met de aScope 5 Cysto HD kan het
beeld op het weergaveapparaat verstoren.
12. Gebruik de aScope 5 Cysto HD niet met laserapparatuur of elektrochirurgische
apparatuur als er ontvlambare of explosieve gassen in de onmiddellijke omgeving van
de aScope 5 Cysto HD aanwezig zijn, aangezien dit kan leiden tot letsel van de patiënt,
schade aan de aScope 5 Cysto HD of een verstoord beeld op het weergaveapparaat.
13. De patiëntlekkagestromingen zijn mogelijk additief en te hoog bij het gebruik van een
geactiveerd endoscopisch instrument in de aScope 5 Cysto HD. Alleen geactiveerde
endoscopische instrumenten met de classificatie toegepast onderdeel 'type CF' of
'type BF' mogen met de aScope 5 Cysto HD worden gebruikt om de totale
patiëntlekkagestroming te minimaliseren.
14. Irrigatie door insufflatie van lucht, inert gas voorafgaand aan elektrochirurgie of het
gebruik van laserassistentiegas kan een gasembolie veroorzaken die kan leiden tot een
beroerte of ischemie.
15. Gebruik de aScope 5 Cysto HD niet tijdens defibrillatie, omdat dit een elektrische schok
voor de gebruiker kan veroorzaken.
16. Bij het gebruik van compatibele laserapparatuur moet de gebruiker bekend zijn met
de voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid, de richtlijnen en het correcte gebruik
van de laserapparatuur, met inbegrip van maar niet beperkt tot correcte oog- en
huidbescherming om laserletsel te voorkomen.
134