Bij het afstellen van de klep zijn de veranderingen tussen
de afzonderlijke instellingen bij stroomsnelheden van 5,
20 en 50 ml/u:
Tussenstappen tussen
instellingen 1,2,3,4
Tussenstappen tussen
instellingen 4,5,6,7
Instelling 8 is bedoeld om de stroom via de klep te
beperken en heeft een gemiddelde druk die hoger is dan
400 mmH
O.
2
Bij het testen met een distale katheter met een
inwendige diameter (ID) van 1 mm en een lengte van
120 cm, is de gemiddelde druktoename afhankelijk van
de stroomsnelheid die hier is weergegeven:
5 ml/u
20 ml/u
50 ml/u
De intraventriculaire druk wordt op een constant niveau
gehouden door het ontwerp van de klepzitting met een
kogel en een kegel. De kogel is, evenals de bijpassende
kegel, vervaardigd van synthetisch robijn. Samen bieden
deze componenten een nauwkeurige voorziening voor
het reguleren van de liquorstroom via de klep.
De SIPHONGUARD
wordt meegeleverd, is ontworpen om overmatige
liquordrainage door het shuntsysteem te voorkomen.
Overmatige drainage kan worden veroorzaakt door een
snelle stijging van de hydrostatische druk als gevolg
van een verhoogde positie van de ventrikelkatheter van
de shunt ten opzichte van de distale katheter van de
shunt (d.w.z. wanneer de patient vanuit een liggende
houding een zittende of staande houding aanneemt. In
Afbeelding 2 worden de prestatiekenmerken van druk en
stroomsnelheid voor de klep met de SIPHONGUARD-
regelaar weergegeven.
Afbeelding 2
De BACTISEAL
worden meegeleverd, hebben een behandeling ondergaan
waarbij de siliconen katheters zijn geïmpregneerd
met rifampicine en clindamycinehydrochloride. Bij de
BACTISEAL-siliconenkatheters is aangetoond dat de
kolonievorming van gram-positieve bacteriën op de
oppervlakte van de katheters wordt verminderd.
-regelaar, die bij enkele klepmodellen
®
Extra druk is nodig om te stroom aan te houden [mmH
-katheters, die bij enkele klepmodellen
®
6 mmH
O
2
21 mmH
O
2
50 mmH
O
2
74
15 – 40 mmH
20 – 50 mmH
2
O
2
O
2
O]