6.5.4.1
Bewaking klemmen-/motorruimte
en afdichtingsruimte
6.5.4.2
Bewaking motorwikkeling
6.5.4.3
Bewaking lekkagekamer
6.5.4.4
Bewaking motorlager
6.5.4.5
Bewaking afdichtingsruimte (ex-
terne elektrode)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor HC 20.1 + EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Installatie en elektrische aansluiting
Overzicht over de keuze aan bewakingsapparatuur:
Interne bewakingsinrichtingen
Klemmen-/motorruimte
Motorwikkeling
Motorlager
Afdichtingsruimte
Lekkagekamer
Trillingsensor
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte
Legenda: − = niet aanwezig/mogelijk, o = optioneel, • = seriematig
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
Sluit de elektroden aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "NIV 101/A" aanbevolen.
De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
Aderbenaming
Elektrodenaansluiting
DK
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling plaatsvinden!
Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais 'CM-MSS' aanbevolen.
De drempelwaarde is vooraf ingesteld.
Aderbenaming PTC-sensor
10, 11 Aansluiting PTC-sensor
Activeringstoestand van de temperatuurbegrenzing
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling plaatsvinden. Neem ook
de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
De vlotterschakelaar is voorzien van een potentiaalvrij verbreekcontact. Raadpleeg het
meegeleverde aansluitschema voor het schakelvermogen.
Aderbenaming
K20,
Aansluitding voor vlotterschakelaar
K21
Bij het activeren van de vlotterschakelaar moet een waarschuwing of uitschakeling
plaatsvinden.
Sluit Pt100-sensoren via een relais aan. Hiervoor wordt het relais 'DGW 2.01G' aanbe-
volen. De drempelwaarde bedraagt 100 °C (212 °F).
Aderbenaming
T1, T2 Aansluiting Pt100-sensoren
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling plaatsvinden!
Sluit de externe elektrode aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "NIV 101/A" aan-
bevolen. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een waarschuwing of uitschakeling
plaatsvinden.
VOORZICHTIG
Aansluiting van de bewaking van de afdichtingsruimte
Als er bij het bereiken van de drempelwaarde alleen een waarschuwing wordt geacti-
veerd, kan de pomp door het binnendringende water onherstelbaar worden bescha-
HC 20.1
HC 20.1 ...-E3
•
•
•
•
o
o
−
−
•
•
−
−
o
o
nl
605