Veiligheidsinformatie
Patiënten moeten hun arts raadplegen voordat zij hun levensstijl veranderen als gevolg van
verminderde pijn.
Locatie van stimulator. Patiënten mogen nooit proberen de stimulator te draaien of keren.
Patiënten mogen de stimulator niet aanraken en er niet mee spelen. Als de stimulator in het
lichaam van de patiënt draait, kan deze niet worden opgeladen. Als de patiënt denkt dat het
hulpmiddel is gedraaid of als de stimulatie niet kan worden ingeschakeld na het opladen, moet
de patiënt contact opnemen met de arts voor een afspraak om het systeem te controleren. In
bepaalde gevallen kan de huid over de stimulator na verloop van tijd erg dun worden. In dat
geval dienen patiënten contact op te nemen met hun arts.
Locatie van lead. In bepaalde gevallen kan een lead van de oorspronkelijke locatie losraken
en kan stimulatie van het bewuste pijngebied verloren gaan. In dat geval dienen patiënten
contact op te nemen met hun arts. Deze kan wellicht de stimulatie herstellen door de stimulator
in de kliniek opnieuw te programmeren of de lead te verplaatsen tijdens een nieuwe ingreep.
Uitval van het hulpmiddel. Stimulatoren kunnen elk moment uitvallen als gevolg van
willekeurige storingen van de onderdelen, slechte batterijwerking of breuk van een lead. Als het
hulpmiddel, ook na volledig opladen (maximaal vier uur), niet meer werkt, moeten patiënten de
stimulator uitschakelen en contact opnemen met hun arts om het systeem te controleren.
Bedrijfstemperatuur. De bedrijfstemperatuur van de teststimulator, afstandsbediening en
programmeerzender bedraagt 10–40 °C (50–104 °F). Voor een juiste werking van de oplader
mag deze niet worden gebruikt bij omgevingstemperaturen boven 35 °C (95 °F).
Opslag, behandeling en transport. Stel de onderdelen van de afstandsbediening en het
oplaadsysteem niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen. Laat de hulpmiddelen
niet gedurende langere perioden in uw auto of buiten achter. De gevoelige elektronica kan
beschadigd raken door temperatuurextremen, met name grote hitte.
Als de afstandsbediening of het oplaadsysteem langere tijd zonder batterijen moet worden
opgeslagen, zorg dan voor een opslagtemperatuur tussen -20 en 60 °C (-4 en 140 °F).
Behandel de uitwendige onderdelen en accessoires van het systeem met zorg. Laat ze niet
vallen en dompel ze niet onder in water. Hoewel betrouwbaarheidstests zijn uitgevoerd om de
productiekwaliteit en hoogwaardige prestaties te garanderen, kunnen deze onderdelen blijvend
beschadigd raken wanneer u hulpmiddelen op harde oppervlakken of in water laat vallen of
deze ruw behandelt. (Zie "Beperkte garantie - IPG".)
Verwijder na het voltooien van de patiënttest, de batterijen uit de teststimulator.
Precision Montage™ MRI-systeem Informatie voor voorschrijvers
91053246-04 V
105 van 403