GEBRUIKSHANDLEIDING
15. Accelereer de motor tijdens de behandeling met tussenpozen op 2500 tpm om hydraulische blokkering (Hydrolock) van de
motor te voorkomen. Dit kan tot afslaan van de motor, schokken of abnormaal pingelen van de motor leiden.
16. In geval van storingen tijdens de werking van de motor moet u de behandeling op PAUZE zetten en kiezen of het beter is om
de verneveltijd te verkorten of de wachttijd te verlengen totdat dit ophoudt.
17. Wacht minimaal 5 minuten alvorens de behandeling te hervatten.
18. Als de motor weer normaal functioneert, start u de behandeling weer door op OK te drukken.
19. Wanneer de vloeistof in het reservoir de minimale hoeveelheid bereikt, beëindigt het apparaat de behandeling automatisch.
20. Schakel de auto uit en herstel de leidingen en de aansluitingen van de motor.
21. Start de auto en laat de motor 5 minuten stationair draaien alvorens een test op lage snelheid op de weg te doen.
22. Als u van plan bent de tank te legen zonder de reinigingsprocedure van de injectoren en de tank te herhalen, kunt u dit doen
door de PURGE-procedure in het LPG-menu te selecteren.
23. Doe de sproeislang in een lege houder.
24. Druk op OK; tijdens deze functie wordt de vloeistof gedurende 1 minuut verpompt waarbij het niveau wordt genegeerd zodat
de tank en de slangen volledig geleegd kunnen worden.
SERVICEMENU
Met het Servicemenu kan het CONTRAST en de TAAL ingesteld worden. De TEST MODE procedure is uitsluitend bestemd voor
erkend technisch personeel.
GEBRUIKSAANWIJZING VAN HET SERVICEMENU
1. Sluit het apparaat aan op de accu van de auto (12 V dc): de zwarte klem op de negatieve pool (-) en de rode klem op de
positieve pool (+).
2. Selecteer de SERVICE functie vanuit de tweede pagina van het hoofdmenu.
96
NL