Descargar Imprimir esta página

MedComp PRO-PICC CT Instrucciones De Uso página 42

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 9
moet worden afgesneden. Snijd de katheter tot een lengte die bepaald wordt
door de gemarkeerde voerdraad.
Let op: Nooit proberen om het stilet te snijden.
Let op: Altijd het stilet terugtrekken voorbij de tip van de katheter vóórdat deze
werd ingebracht.
8. Zodra de juiste katheterlengte en positie van het stilet wordt bereikt, het
vergrendelende kraaggedeelte vastmaken om het stilet op zijn plaats te houden.
9. Verwijder de dilatator van de huls.
10. Steek de distale tip van de katheter in en door de huls totdat de kathetertip zich
op de juiste plaats in de bedoelde ader bevindt.
11. Verwijder de afscheurhuls door deze langzaam uit het bloedvat te trekken en
tegelijkertijd de huls te splijten door de uitsteeksels vast te pakken en ze uit
elkaar te trekken (een lichte draaibeweging kan helpen).
Let op: NIET het gedeelte van de huls dat achterblijft in het bloedvat uit elkaar
trekken. Trek de huls zo ver mogelijk achteruit en scheur de huls met maar een
paar centimeter tegelijk om schade aan het bloedvat te vermijden.
12. Stel de katheter af onder fluoroscopie. De distale tip dient zich op het niveau
van de atrio-cavale junctie te bevinden.
Let op: NIET het gedeelte van de katheter met het lumen afklemmen.
13. Maak het vergrendelende kraaggedeelte van de zijdelingse poort los.
Verwijder het stilet door met één hand lichte druk uit te oefenen boven de
inbrengplaats terwijl terwijl de andere hand het stilet vastpakt en het traag en
met een gelijkmatige beweging terugtrekt. Verwijder de zijdelingse adapter
en vervang deze door een naaldloze toegangspoort. Bevestig de spuit gevuld
met fysiologische zoutoplossing aan de naaldloze toegangspoort, aspireer
het lumen en irrigeer daarna met een fysiologische zoutoplossing.
Let op: Als problemen worden ondervonden bij het verwijderen van het stilet en/
of de katheter samenbundelt, kan het zijn dat bijkomend spoelen van de katheter
behulpzaam is. Het kan zijn dat de katheter opnieuw gepositioneerd moet worden
zodat het stilet verwijderd kan worden.
Let op: NIET proberen om het stilet opnieuw in te brengen nadat het is
teruggetrokken.
Let op: Nooit het stilet op zijn plaats laten zitten na het inbrengen van de katheter;
dit kan letsel veroorzaken. Verwijder zowel het stilet als de zijdelingse adapter na
het inbrengen.
14. Bevestig spuit(en) aan verlenging(en). Er hoort gemakkelijk bloed te worden
geaspireerd. Als sprake is van bovenmatige weerstand tegen bloedaspiratie,
kan het zijn dat de katheter opnieuw moet worden geplaatst om voldoende
flow tot stand te brengen.
15. Zodra voldoende aspiratie tot stand is gebracht, moet het lumen of moeten de
lumina geïrrigeerd worden met een of meer spuiten gevuld met fysiologische
zoutoplossing.
Let op: Kleine spuiten zullen buitenmatige druk uitoefenen en kunnen de katheter
beschadigen. Spuiten van tien (10) cc of groter worden aanbevolen.
16. Verwijder de spuit(en). Vermijd luchtembolie door de katheter te aspireren
en daarna te irrigeren met zoutoplossing vóór elk gebruik. Elke keer
dat een slangaansluiting wordt vervanging, moeten de katheter en alle
aansluitslangen en doppen ontlucht worden.
17. Controleer en documenteer vóór gebruik de juiste plaatsing van de tip met
behulp van fluoroscopie. De distale tip dient zich op het niveau van de atrio-
cavale junctie te bevinden.
Let op: Nalaten de plaatsing van de katheter te verifiëren kan ernstige trauma of
fatale complicaties tot gevolg hebben.
Opmerking: Als het bloed niet terugstroomt, moet vóór gebruik de positie van de
katheter worden geverifieerd.
VASTZETTEN VAN DE KATHETER EN VERBINDEN VAN DE WOND:
• De inbrengplaats en het externe gedeelte van de katheter moet altijd met een
beschermend verband worden afgedekt.
18. Bedek de uitgangsplaats met een afsluitend verband in overeenstemming
met de gedragslijnen van de faciliteit.
19. Maak een aantekening van de katheterlengte en het partijnummer van de
katheter op de staat van de patiënt.
AANWIJZINGEN VOOR SELDINGERINBRENGING
1. Volg de aanwijzingen voor gemodificeerde Seldingerinbrenging tot stap 5.
2. Verwijder de naald en laat de voerdraad in de gewenste ader. Voer de voerdraad
op tot de atrio-cavale junctie wordt bereikt. Meet zodra de voerdraad op zijn
plaats zit, de diepte van de voerdraad door de markeringen op de draad te lezen.
3. Snijd de katheter tot een lengte die bepaald wordt door de gemarkeerde
voerdraad.
4. Breng het proximale uiteinde van de draad in de distale tip van het
katheterlumen. Voer het katheterlumen in het bloedvat door de voerdraad
te volgen. Voer de katheter op langs de voerdraad tot de distale tip juist
gepositioneerd is in de bedoelde ader. De distale tip dient zich op het niveau
van de atrio-cavale junctie te bevinden.
Let op: Het kan zijn dat een kleine incisie in de huid moet worden gemaakt om de
katheter gelijkmatig in het bloedvat op te voeren.
5. Stel de katheter af onder fluoroscopie. De distale tip dient zich op het niveau
van de atrio-cavale junctie te bevinden.
Let op: NIET het gedeelte van de katheter met het lumen afklemmen.
6. Verwijder de draad van de katheter. Verwijder door met één hand lichte druk uit
-40-

Publicidad

loading