Statisch magnetisch veld – Dit is een constant, onveranderlijk magnetisch veld dat altijd
aanwezig is rondom een MRI-apparaat, ook wanneer er geen scan wordt gemaakt.
Gradiëntvelden – Dit zijn laagfrequente, gepulseerde magnetische velden die alleen
tijdens een scan aanwezig zijn. Bij MRI-apparatuur wordt voor het construeren van een
driedimensionaal beeld gebruikgemaakt van 3 loodrecht op elkaar staande
gradiëntvelden.
RF-veld – Dit is een gepulseerd radiofrequent (RF)-veld dat alleen tijdens een scan
aanwezig is. Het RF-veld kan worden gegenereerd door verschillende RF-zendspoelen,
zoals een (in de scanner ingebouwde) zendspoel voor het gehele lichaam of een spoel voor
een bepaald lichaamsdeel (bijvoorbeeld een zend-/ontvangstspoel voor het hoofd).
Mogelijke interactie met geïmplanteerde
neurostimulatiesystemen in de MRI-omgeving
Neurostimulatiesystemen van Medtronic met SureScan MRI-technologie zijn
ontworpen met het oog op maximale beperking van de mogelijke interactie-
MR
effecten die in deze sectie worden beschreven, wanneer wordt voldaan aan de
desbetreffende, in deze handleiding vermelde voorwaarden.
Verhitting – Een MRI-scanner genereert RF-velden die RF-energie in een geïmplanteerd
geleidingsdraadsysteem induceren, wat kan leiden tot warmteontwikkeling in de
geleidingsdraadelektroden of langs de geleidingsdraad. De gradiëntvelden en RF-velden
kunnen bovendien leiden tot opwarming van de neurostimulator.
Opmerking: Verhitting kan zelfs optreden als er alleen maar een geleidingsdraad of
verlengkabel is geïmplanteerd.
Factoren die het gevaar van verhitting en letsel voor de patiënt vergroten, zijn onder meer:
▪
MRI met hoge RF-energieniveaus voor specifieke absorptie (Specific Absorption Rate,
SAR)
▪
Geleidingsdraden of verlengkabels met een lage impedantie (productnamen of
modelnummers van Medtronic met de aanduiding "Z", "LZ" of "lage impedantie")
▪
Geïmplanteerde geleidingsdraadsystemen met elektroden met een klein oppervlak
▪
Korte afstanden tussen geleidingsdraadelektroden en warmtegevoelig weefsel
Magnetische effecten – Het magnetische materiaal van een geïmplanteerd systeem kan
kracht-, trillings- en torsie-effecten genereren als gevolg van het statische magnetisch veld
en de gradiëntvelden die een MRI-scanner produceert. Patiënten kunnen een zacht
trekkend of trillend gevoel ervaren rond de implantatieplaats van het apparaat. Patiënten
met recente implantatie-incisies moeten tijdens een scan worden geobserveerd op
ongemak bij de operatiewond.
Geïnduceerde stimulatie – De door een MRI-scanner gegenereerde gradiënt- en RF-
velden kunnen in een geïmplanteerd geleidingsdraadsysteem energie opwekken die kan
leiden tot ongewenste stimulatie, die door de patiënt kan worden ervaren als tintelingen of
schokken.
Opmerking: Geïnduceerde stimulatie kan zelfs optreden als er alleen maar een
geleidingsdraad of verlengkabel is geïmplanteerd.
MRI-richtlijnen voor neurostimulatiesystemen van Medtronic bij chronische pijn Nederlands 129