Voer voorafgaand aan elke periodieke onderhoudstaak eerst de ritinspectie (pagina 17) uit.
I: Inspecteer en reinig, stel af, smeer of vervang, indien nodig. C: Reinigen. A: Afstellen. L: Smeren. R: Vervangen.
ONDERHOUDSPUNTEN
BENZINELEIDING
BRANDSTOFPOMPFILTER
BEDIENING GASGREEP
LUCHTFILTER
CARTERVENTILATIE
BOUGIE
KLEPSPELING
MOTOROLIE
MOTOROLIEFILTER
STATIONAIR MOTORTOERENTAL
ZUIGER EN ZUIGERVEREN
ZUIGERPEN
VERSNELLINGSBAKOLIE
KOELVLOEISTOF RADIATOR
KOELSYSTEEM
AANDRIJFKETTING
AANDRIJFKETTINGGLIJDER
AANDRIJFKETTINGROL
AANDRIJFTANDWIEL
AANGEDREVEN TANDWIEL
REMVLOEISTOF
SLIJTAGE REMBLOKKEN
REMSYSTEEM
KOPPELINGSSYSTEEM
BEDIENINGSKABELS
UITLAATPIJP/UITLAATDEMPER
WIELOPHANGING
SWINGARM/SCHOKDEMPERSTANGEN
VORKOLIE, BEHALVE DEMPER
VORKOLIE, DEMPER
MOEREN, BOUTEN, BEVESTIGINGEN
WIELEN/BANDEN
BALHOOFDLAGERS
*WE RADEN AAN DEZE PUNTEN TE ONDERHOUDEN ZOALS VERMELD IN HET HONDA WERKPLAATSHANDBOEK.
Dit onderhoudsschema gaat uit van doorsnee rijomstandigheden. Als de machine zwaar wordt beproefd, is vaker onderhoud nodig.
NOOT: 1. Reinig bij stoffige rijomstandigheden na elke manche.
2. Vervang elke 2 jaar. Voor vervanging is technische deskundigheid vereist.
3. Vervang na de eerste keer inrijden.
4. Inspecteer na de eerste keer inrijden.
5. Ververs de versnellingsbakolie, als de koppelingsschijven en -platen worden vervangen.
6. Vervang deze elk jaar.
INTERVALLEN
Na elke race
NOOT
of na circa
2,5 rijuren
(NOOT 6)
(NOOT 6)
(NOOT 1)
(NOOT 4)
(NOOT 3)
(NOOT 3)
(NOOT 5)
(NOOT 2)
(NOOT 2)
(NOOT 5)
(NOOT 3)
Na elke 3 races
Na elke 6 races
of na circa
of na circa
7,5 rijuren
15,0 rijuren
I
I
C
I
I
I
I
R
R
I
R
I
R
I
I
I, L
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I, L
I
I
L
R
I
I
Onderhoudsschema
Na elke 9 races
Na elke 12
of na circa
races of na circa
Zie pagina
22,5 rijuren
30,0 rijuren
R
R
R
R
112, 154 – 156
99 – 101
I
Onderhoud aan uw Honda
44
48
64
60
62
71
72 – 80
53
54
65
81
84
56
58
58
102
102
103
104
104
96
98
95
66
111
105
91, 92
33, 92
93
121
111
29