3. Verwijder het luchtfilterelement (3) van de
luchtfilterhouder (4) door de lippen van de
houder (5) los te maken uit de gaten (6) van het
luchtfilterelement.
(5)
(6)
(4)
(3) luchtfilterelement
(5) lippen aan houder
(4) luchtfilterhouder
(6) gaten
4. Spoel het luchtfilter schoon in een schoon en
moeilijk ontvlambaar oplosmiddel. Reinig
vervolgens in een warm zeepsopje, spoel dan
grondig en laat goed drogen. Het
luchtfilterelement bestaat uit een binnen- en
buitenelement die niet van elkaar gescheiden
kunnen worden.
5. Reinig de binnenkant van het luchtfilterhuis.
6. Laat het luchtfilter goed droog worden. Breng na
het drogen 50 cm
3
schone Honda Foam Air Filter
Oil of een gelijkwaardige olie voor
schuimrubberen luchtfilterelementen van
binnen het element aan.
Plaats het element in een plastic zak (7) en
verspreid de olie gelijkmatig met de hand.
(7)
(3)
(7) plastic zak
7. Monteer het luchtfilterelement en de houder aan
(5)
elkaar.
Installeer de lippen (5) aan de houder in de gaten
(6)
(6) van het luchtfilterelement.
8. Breng 3 – 5 g Honda White Lithium Grease (wit
lithiumvet) of een gelijkwaardig product aan op
het afdichtvlak van het luchtfilterhuis van het
luchtfilterelement.
9. Monteer de luchtfiltereenheid (2) in de
luchtfilterbehuizing door de lippen (8) ervan uit
te lijnen met de steun (9) van de
luchtfilterbehuizing.
10. Plaats de afdichtflens van het element
zorgvuldig, zodat er geen vuil kan
binnendringen.
(9)
(2) luchtfiltereenheid
(8) lippen van luchtfiltereenheid
(9) steun van luchtfilterhuis
11. Installeer de luchtfilterbevestigingsbout (1) en
zet stevig vast.
(1) bevestigingsbout luchtfilter
OPMERKING
Als de luchtfiltereenheid niet correct is geïnstalleerd,
kunnen stof en vuil de motor binnendringen en de
slijtage versnellen van zuigerveren en cilinder.
12. Installeer het zadel (pagina 37).
(8)
(2)
Luchtfilter
(1)
61
Onderhoud aan uw Honda