10. Trek de vorkdemperzuigerstang (6) uit tot de
maximale lengte; houd zo vast en installeer de
vorkkapgroep (5) aan de vorkdemper (1).
Pas op en beschadig de vorkkapzuigerveer niet.
Als het lastig is om de vorkkapgroep te installeren,
is het olieniveau in de vorkdemper mogelijk hoger
dan het standaardniveau.
(5)
(1)
(1) vorkdemper
(6) vorkdemperzuigerstang
(5) vorkkapgroep
11. Zet de vorkdemper (1) vast in een bankschroef
met zacht materiaal of gebruik houten
beschermers, om schade te voorkomen.
Draai de vorkkapgroep (5) met behulp van de
vorkkapbouthouder, 36 mm (3) aan met het
voorgeschreven aantrekkoppel terwijl u de
uitsparing in de vorkdemper blokkeert met een
borgmoersleutel (4):
28 N·m (2,9 kgf·m)
• Vorkkapbouthouder, 36 mm
070MB-MEN0100
• Borgmoersleutel
070MA-MEN0100
(4)
(1) vorkdemper
(3) vorkkapbouthouder, 36 mm
12. Draai de borgmoer (11) van de middenbout van
de vorkpoot op de vorkdemperzuigerstang (6)
helemaal in.
(6)
(6)
(6) vorkdemperzuigerstang
(11) borgmoer middenbout vorkpoot
Voorwielophanging afstellen
13. Controleer het glijvlak aan de
vorkdemperzuigerstang op beschadiging.
(1)
(5)
14. Dek het uiteinde van de vorkdemperzuigerstang
af met zacht materiaal (12) om schade te
voorkomen.
(3)
Bedek de oliegaatjes met een werkplaatsdoek
(13) om uitstromen van vorkolie te voorkomen.
Verwijder de overtollige olie uit de olie/
veerkamer (8) van de vorkdemper door met de
vorkdemperzuigerstang een pompslag over de
hele veerweg te maken.
OPMERKING
(4) borgmoersleutel
Pas op en beschadig of verbuig de
(5) vorkkapgroep
vorkdemperzuigerstang niet terwijl u met de
zuigerstang een pompslag maakt.
(11)
(8) olie/veerkamer van de vorkdemper
(12) zacht materiaal
(13) werkplaatsdoek
(13)
(8)
(12)
(vervolg)
123
Instellingen voor wedstrijden