28. Installeer het stuur (32), de
bevestigingsrubbers, ringen en de onderste
stuurhoudermoeren (33) en zet de
stuurhoudermoeren vast met het
voorgeschreven aantrekkoppel:
44 N·m (4,5 kgf·m)
(33)
(32) stuur
(33) bevestigingsrubbers, ringen en onderste
stuurhoudermoeren
29. Installeer de nummerplaat (pagina 109).
30. Houd de voorremhendel aangetrokken en pomp
de vork een paar keer op en neer zodat de wielas
zich kan zetten en controleer dan de
remwerking.
(32)
31. Houd de vorkpoten parallel en zet de rechter
wielasklembouten (34) om en om vast met het
voorgeschreven aantrekkoppel:
20 N·m (2,0 kgf·m)
(34)
(34) rechter wielasklembouten
OPMERKING
Om schade te voorkomen bij het vastzetten van de
wielasklembouten, moet de wielas stevig aanliggen in
het binnenvlak van de linker vorkklem.
Voorwielophanging afstellen
32. Installeer en zet de inbusbout (35) van de
remschijfkap vast met het voorgeschreven
aantrekkoppel:
13 N·m (1,3 kgf·m)
(35)
(35) inbusbout remschijfkap
33. Draai de stelschroeven voor uitveerdemping
(36) en inveerdemping (37) terug naar de oude
instelposities.
(36)
(36) versteller uitveerdemping
(37) versteller inveerdemping
Instellingen voor wedstrijden
(37)
129