Storingzoeken
SLECHTE WERKING BIJ LAAG EN STATIONAIR
TOERENTAL
CONTROLE
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Controleer de staat
NIET
• Onjuiste warmtegraad
van de bougie
CORRECT
van de bougie
(P. 71)
• Onjuiste
elektrodenafstand
CORRECT
• Bougie niet vaak genoeg
onderhouden
2. Controleer het
NIET
• Defecte ECM*
ontstekingstijdstip*
CORRECT
• Defecte CKP-sensor*
CORRECT
3. Controleer het
NIET
• Defect PGM-FI-systeem
PGM-FI-systeem
CORRECT
(P. 13)
(P. 11)
CORRECT
NIET
4. Controleer de werking
• Defecte
CORRECT
van de brandstofpomp
brandstofpompeenheid*
en controleer de
• Verstopte
brandstofdoorstroming*
brandstofpompfilter
(P. 48)
CORRECT
NIET
5. Controleer de
• Losse isolator
CORRECT
isolator op lekkage
• Beschadigde isolator
CORRECT
6. Doe een vonktest*
VONKT NIET OF
• Defecte, verkoolde of nat-
ONREGELMATIG
vervuilde bougie (P. 71)
• Defecte ECM*
• Defecte dynamo*
• Defecte bobine*
• Onderbreking of
kortsluiting in bougiekabel
• Defecte CKP-sensor*
• Losse of niet-aangesloten
bedrading van
ontstekingssysteem
• Defecte
motorstopschakelaar*
• Defecte
spanningsregelaar/
gelijkrichter*
• Defecte condensator*
150
Tips
SLECHTE WERKING BIJ HOOG TOERENTAL
CONTROLE
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Controleer het
NIET
• Defecte ECM*
ontstekingstijdstip*
CORRECT
• Defecte CKP-sensor*
CORRECT
2. Verwijder het
VUIL
• Niet vaak genoeg
luchtfilter (P. 60)
gereinigd
LUCHTFILTER
NIET VUIL
NIET
3. Controleer het
• Defect PGM-FI-systeem
CORRECT
PGM-FI-systeem
(P. 13)
(P. 11)
CORRECT
NIET
4. Controleer de werking
• Defecte
CORRECT
van de brandstofpomp
brandstofpompeenheid*
en controleer de
• Verstopte
brandstofdoorstroming*
brandstofpompfilter
(P. 48)
CORRECT
5. Controleer de
NIET
• Nokkenas niet correct
kleppentijden
CORRECT
gemonteerd (P. 77)
CORRECT
6. Doe een vonktest*
VONKT NIET OF
• Defecte, verkoolde of nat-
ONREGELMATIG
vervuilde bougie (P. 71)
VONK GOED
• Defecte ECM*
• Defecte dynamo*
• Defecte bobine*
• Onderbreking of
kortsluiting in bougiekabel
• Defecte CKP-sensor*
• Losse of niet-aangesloten
bedrading van
ontstekingssysteem
• Defecte motorstopschakelaar*
• Defecte spanningsregelaar/
gelijkrichter*
• Defecte condensator*
7. Controleer de
SLIJTAGE
• Defecte klepveren*
kleppentijden*
GOED
VERSLETEN
8. Verwijder de
• Defecte nokkenas*
nokkenas en
inspecteer de
nokkenhoogte*
CORRECT
SLECHTE RIJ-EIGENSCHAPPEN
Besturing is zwaar
• Stuurstangstelmoer te strak*
• Beschadigde balhoofdlagers
• Defecte HPSD*
Een wiel wiebelt
• Overmatige wiellagerspeling
• Verbogen velg
• Onjuist gemonteerde wielnaaf
• Overmatig versleten swingarmlagers
• Verbogen frame
De motorfiets trekt naar één kant
• Voor- en achterwiel niet uitgelijnd
• Verbogen vork
• Verbogen swingarm
• Verbogen as
• Verbogen frame