Bij kookstand 1 stijgt de kookindicator niet
hoger dan de 1ste kookring.
Een te hoge druk wordt automatisch geregeld via
het hoofdventiel (zie hoofdstuk 5.4 Kooktijden).
Kookstand 2 (hoogste stand)
tweede oranje kookring
Gebruik kookstand 2 voor het toebereiden van
alle overige gerechten (zie ook hoofdstuk 8
Veelzijdig gebruik) Bij deze kookstand bespaart
u bijzonder veel tijd en daardoor ook energie.
Bij de kookstand 2 stijgt de kookindicator niet
hoger dan de 2de kookring. Een te hoge druk
wordt automatisch geregeld via het hoofdven-
tiel (zie hoofdstuk 5.4 Kooktijden).
Timer (12) in de dekselgreep (5) inschakelen en
de gewenste kooktijd instellen. De snelkookpan
op de hoogste energiestand verhitten.
Via het kookmechanisme (4), dat tegelijkertijd
ook een veiligheidsventiel is, kan in de
opwarmfase net zo lang lucht ontsnappen,
totdat het ventiel hoorbaar sluit en zich druk
kan opbouwen.
Het rode display (24) in de timer (12) geeft aan,
dat u de pan nu niet meer kunt openen.
De kookindicator (1) begint te stijgen. Dit kunt
u door de uitsparing naast de kookindicator zien
(I) en de warmtebron op tijd reguleren.
De timer (12) geeft een akoestisch signaal (3 keer
kort), als de ingestelde kooktijd bereikt is. Vanaf
dit moment telt de ingestelde kooktijd terug (V).
5.4. Kooktijden
De timer (12) geeft het begin van de kooktijd
aan. Let erop dat de positie van de ring aan de
kookindicator (1) stabiel blijft. Regel de warm-
tebron dienovereenkomstig.
Als de kookindicator (1) onder de vereiste oranje
kookring daalt, moet u de warmtebron weer
hoger zetten. De kooktijd wordt daardoor iets
langer.
Als de kookindicator (1) boven de ingestelde
kookstand komt (30c)/(30d), ontstaat een te
hoge stoomdruk, die via het hoofdventiel (3)
vooraan aan de dekselgreep (5) hoorbaar
ontsnapt. Verwijder de pan onmiddellijk van de
kookplaat, wacht totdat de kookindicator (1)
tot de betreffende kookring gedaald is, schakel
de kookplaat omlaag en zet de pan terug op de
kookplaat.
De korte kooktijden in een snelkookpan zijn
mogelijk, omdat er door de stoomdruk hogere
temperaturen in de pan heersen:
Eerste ring, ca. 110 °C
(45 kPa bedrijfsdruk, 90 kPa regeldruk)
voor gevoelige gerechten zoals vis of compote.
Tweede ring, ca. 119 °C
(95 kPa bedrijfsdruk, 130 kPa regeldruk,
max. 150 kPA) voor alle overige gerechten
Energiebewuste personen schakelen de warmte-
bron al uit voordat de kooktijd verstreken is,
omdat de warmte in de pan voldoende is om het
kookproces te voltooien.
De kooktijden kunnen bij dezelfde gerechten
verschillend zijn, omdat levensmiddelen van
hoeveelheid, vorm en hoedanigheid verschillen.
5.5. Aanwijzing voor inductiefornuizen
De TransTherm®-universele bodem
geschikt voor alle soorten fornuizen, ook voor
inductiefornuizen. Bij inductiefornuizen kan
bij hoge kookstanden een zoemend geluid
optreden. Dit geluid heeft technische oorzaken
en is geen teken dat uw fornuis of snelkookpan
defect is. De grootte van de pan en van de
kookplaat moeten overeenkomen, omdat vooral
bij een kleine diameter de mogelijkheid bestaat
dat de kookplaat (het magneetveld) niet op de
bodem van de pan reageert.
5.6. Snelkookpan openen
De timer (12) geeft het einde van de kooktijd
aan door een akoestisch signaal (5 keer kort),
dat – als u het niet uitschakelt – tot vier keer
toe herhaald wordt. U kunt het signaal uitscha-
kelen door kort op de plus- of de mintoets
(25)/(26) te drukken.
152
is
(11)