Voorzorgsmaatregelen - Boston Scientific WaveWriter Alpha Informacion Para Medicos

Ocultar thumbs Ver también para WaveWriter Alpha:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 44
Informatie voor voorschrijvers
Veranderingen van houding. Patiënten moeten worden geïnformeerd dat veranderingen van houding of plotselinge bewegingen het waargenomen
stimulatieniveau kunnen verlagen of ongemakkelijk of pijnlijk kunnen verhogen. Patiënten moet worden geadviseerd de amplitude te verlagen of
de IPG uit te schakelen voordat zij van houding veranderen. Bij het gebruik van therapie die geen sensatie produceert hebben veranderingen van
houding minder invloed op de patiënt.
Belangrijk: Indien een ongemakkelijk gevoel ontstaat, moet de IPG onmiddellijk worden uitgeschakeld.
Elektromagnetische interferentie. Sterke elektromagnetische velden kunnen stimulatie uitschakelen, wat tot tijdelijk onvoorspelbare
stimulatiewaarden leidt, of de communicatie met de afstandsbediening verstoren. Als een elektromagnetisch veld sterk genoeg is om de stimulatie
uit te schakelen, is dit tijdelijk en wordt de stimulatie automatisch hervat zodra het elektromagnetisch veld wegvalt. Patiënten moeten worden
voorgelicht om het volgende te vermijden of hier voorzichtig mee om te gaan:
• Antidiefstalpoortjes, deactivatiepunten voor het openen van beveiligingstags, en RFID-apparaten, zoals worden gebruikt in warenhuizen,
bibliotheken en andere openbare instellingen. Als patiënten toch door de apparatuur moeten gaan, dienen zij de stimulator uit te schakelen en
voorzichtig, maar zo snel mogelijk door het midden van het beveiligingsapparaat te gaan. Interferentie van dergelijke installaties zou permanente
schade kunnen veroorzaken aan het geïmplanteerde hulpmiddel.
• Beveiligingspoortjes, zoals op luchthavens of in overheidsgebouwen, evenals handscanners. Het is raadzaam voor patiënten om assistentie te
vragen om beveiligingspoortjes te vermijden en het beveiligingspersoneel te laten weten dat ze een geïmplanteerd medisch hulpmiddel hebben.
Als patiënten toch door een beveiligingspoortje moeten gaan, moeten ze vlot door het beveiligingspoortje lopen en verder zo ver uit de buurt van
het poortje blijven als is toegestaan.
• Stroomkabels en stroomgeneratoren.
• Elektrische staalovens en booglasapparaten.
• Grote gemagnetiseerde stereoluidsprekers.
• Sterke magneten.
• Auto's of andere gemotoriseerde voertuigen waarin wordt gebruikgemaakt van een LoJack-systeem of anti-diefstalsysteem dat een radiofrequent
signaal (RF-signaal) kan uitzenden. De hoge-energievelden die door deze systemen geproduceerd worden, kunnen de werking van de
afstandsbediening en daarmee de regulatie van de stimulatie verstoren.
• Andere bronnen van elektromagnetische verstoring, zoals wifi-routers, draadloze telefoons, draadloze Bluetooth®-streamingapparaten,
babyfoons en magnetrons.
Opmerking: Dichtbij staande apparatuur die sterke elektromagnetische velden genereert, kan onaangename of schokkende stimulatie veroorzaken
of de draadloze communicatie beïnvloeden, zelfs wanneer deze voldoet aan CISPR-eisen.

Voorzorgsmaatregelen

Voldoende opleiding van de arts is vereist.
Medische instrumenten/therapieën. De volgende medische therapieën of ingrepen kunnen de stimulatie uitschakelen of permanente schade
toebrengen aan de stimulator, met name bij gebruik in de nabijheid van het hulpmiddel:
• lithotripsie
• elektrocauterisatie (Zie "Instructies voor de arts" op pagina 35)
• externe defibrillatie
• stralingstherapie (eventuele schade aan het hulpmiddel als gevolg van straling is mogelijk niet direct detecteerbaar).
• ultrasoon scannen
• echografie met hoog vermogen
Röntgen- en CT-scans kunnen de stimulator beschadigen als de stimulatie is ingeschakeld. Het is onwaarschijnlijk dat röntgen- en CT-scans schade
aan de stimulator veroorzaken als de stimulatie is uitgeschakeld.
Indien een van de hierboven beschreven behandelingen medisch noodzakelijk is, raadpleegt u "Instructies voor de arts" op pagina 35. In het
uiterste geval kan het echter noodzakelijk zijn het hulpmiddel te explanteren vanwege beschadiging van het hulpmiddel.
Auto's en andere apparatuur. Patiënten mogen niet autorijden of andere gemotoriseerde voertuigen of mogelijk gevaarlijke machines/
apparatuur bedienen als de therapeutische stimulatie is ingeschakeld. De stimulatie moet eerst worden uitgeschakeld. Er kunnen plotselinge
stimulatieveranderingen optreden die patiënten kunnen afleiden bij het autorijden of bedienen van apparatuur. Bij het gebruik van therapie die geen
sensatie produceert hebben veranderingen van houding minder invloed op de patiënt.
Na de operatie. Het is belangrijk dat patiënten gedurende twee weken na de operatie uiterst voorzichtig zijn, zodat de geïmplanteerde onderdelen
de kans krijgen door het lichaam te worden opgenomen en de operatiewond kan helen:
• Patiënten mogen geen voorwerpen tillen die zwaarder zijn dan 2,5 kilo (5 pond).
• Patiënten mogen geen lichamelijke inspanningen leveren als draaien, bukken of klimmen.
• Patiënten mogen niet met de armen boven het hoofd reiken als nieuwe leads zijn geïmplanteerd.
De patiënt kan tijdens het helen van de operatiewond tijdelijk pijn voelen in het implantaatgebied. Patiënten moeten worden geïnstrueerd om contact
op te nemen met hun zorgverlener als het ongemak na twee weken aanhoudt.
Als het gebied rond de wond erg rood wordt, dient de zorgverlener te controleren of er sprake is van een infectie waarvoor behandeling is vereist. In
zeldzame gevallen kunnen negatieve weefselreacties tegen het geïmplanteerde materiaal optreden.
Patiënten moeten hun zorgverlener raadplegen voordat zij hun levensstijl veranderen als gevolg van verminderde pijn.
Richting van de stimulator. Patiënten mogen nooit de richting van de stimulator wijzigen of de stimulator omkeren. Patiënten mogen de kant van de
stimulator of de incisies niet aanraken. Als de stimulator wordt omgedraaid in het lichaam van de patiënt, is communicatie met de afstandsbediening
of het programmeerapparaat misschien niet meer mogelijk. Als de oplaadbare stimulator in het lichaam van de patiënt omdraait, kan de stimulator
niet worden opgeladen. Als de patiënt denkt dat het hulpmiddel is gedraaid of als de stimulatie niet kan worden ingeschakeld na het opladen, moet
de patiënt contact opnemen met de arts voor een afspraak om het systeem te laten controleren. In bepaalde gevallen kan de huid over de stimulator
na verloop van tijd erg dun worden. In dat geval dienen patiënten contact op te nemen met hun zorgverlener.
Locatie van de lead. In bepaalde gevallen kan een lead van de oorspronkelijke locatie losraken en kan stimulatie van het bewuste pijngebied verloren
gaan. In dat geval dienen patiënten contact op te nemen met hun zorgverlener. Deze kan wellicht de stimulatie herstellen door de stimulator in de
kliniek opnieuw te programmeren of de lead te verplaatsen tijdens een nieuwe ingreep.
Wavewriter Alpha™ & WaveWriter Alpha™ Prime System informatie voor voorschrijvers
92469126-02
34 van 207

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Wavewriter alpha prime

Tabla de contenido