Console voor het HeartLight X3-systeem
2.7.1 A
LGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE
LASER
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten strikt worden nageleefd:
De behandelingslaser mag pas worden ingeschakeld wanneer de ballonkatheter zich binnen
het lichaam van de patiënt bevindt en op een geschikt ablatiedoel is gericht.
Zorg dat niemand zich met zijn ogen zich binnen de nominale oculaire gevarenafstand bevindt; wat
de nominale oculaire gevarenafstand is, wordt beschreven in subparagraaf 2.6.6: Nominale
oculaire gevarenafstand (NOHD).
Informeer iedereen die zich binnen het lasergebied bevindt volledig over de gevaren van
laserstraling en laat tijdens de operatie geen onbevoegden toe in het lasergebied.
Zorg dat de ballonkatheter correct is aangesloten om verzekerd te zijn van een goede overdracht
van laserenergie en om schade aan de console te voorkomen.
Bescherm de console tegen gebruik door onbevoegden door de aan-uitsleutel te verwijderen
en deze op een veilige locatie te bewaren.
Zorg dat de console ten minste elke twaalf maanden een servicebeurt krijgt om te blijven
voldoen aan de veiligheidsnormen.
Let op: elke twaalf maanden moeten de interne energiedetectoren worden
gecontroleerd en afgesteld met behulp van een onafhankelijke vermogens- of
energiemeter. Servicehandelingen mogen alleen worden uitgevoerd door daarvoor
opgeleid onderhoudspersoneel. Neem voor service contact op met de afdeling
Technische ondersteuning van CardioFocus (zie hoofdstuk 16: Service en
ondersteuning voor contactinformatie).
Let op: laat de aan-uitsleutel niet in de aan-uitsleutelschakelaar achter. Zorg dat
de aan-uitsleutel op een veilige plaats wordt bewaard wanneer de HeartLight
X3-console niet wordt gebruikt.
2.7.2 L
ASERVEILIGHEIDSFUNCTIONARIS
Volgens de geldende veiligheidsnormen moeten een of meer overheidsfunctionarissen (LSO)
schriftelijk worden benoemd. Het is de verantwoordelijkheid van de LSO om alle relevante preventieve
veiligheidsmaatregelen te nemen en te zorgen dat de patiënt, de behandelend arts en al het aanwezige
personeel niet in gevaar komen door het gebruik van het lasersysteem. De LSO is er minimaal
verantwoordelijk voor om:
te zorgen voor een geschikte opstelling in de operatiekamer;
de richtlijnen in deze paragraaf voor het veilige gebruik van lasers te volgen;
te zorgen voor een veilig gebruik van de console tijdens de behandeling (zie hoofdstuk 5:
Bedieningsschermen, hoofdstuk 6: Procedure-instellingen, hoofdstuk 7: De ballonkatheter
prepareren en hoofdstuk 8: Endoscopische ablatie met HeartLight voor meer informatie);
te zorgen voor een correcte installatie van de console als de locatie van de laser wordt gewijzigd
(zie hoofdstuk 4: Initiële installatie, voor meer informatie);
ten minste eenmaal per jaar alle betrokken personen te informeren over de
brandveiligheidsvereisten en het correcte gebruik van de laser, elektrische veiligheid
te demonstreren en te documenteren welke personen instructies hebben ontvangen
(zie hoofdstuk 17: Formulieren);
© CardioFocus
06-4955 - NL
Pagina 22 van 155
Bedienings- en onderhoudshandleiding
H
L
-
EART
IGHT
ECN-4577
Rev D