Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
4.
Open de klemmen op de verlengstukken.
5.
Aspireer om er zeker van te zijn dat geen lucht in de patiënt wordt
gebracht.
6.
Injecteer de heparine in elk lumen met de snelle bolustechniek.
Opmerking: Voor een goede werking moet elk lumen geheel met hepari-
neoplossing gevuld zijn.
7.
Sluit de klemmen op de verlengstukken.
Let op: De klemmen op de verlengstukken mogen alleen geopend worden
voor aspiratie, spoelen en dialyse.
8.
Verwijder de spuiten.
9.
Bevestig een steriele injectiedop aan de vrouwelijke luers van de
verlengstukken.
•
In de meeste gevallen is de komende 48-72 uur verder geen hepari-
ne nodig, mits de lumina niet geaspireerd of gespoeld zijn.
•
De katheter is compatibel met het gebruik van zalf.
•
Reinig de huid rond de katheter. Chloorhexidinegluconaatoplossin-
gen worden aanbevolen; oplossingen op jodiumbasis kunnen echter
ook worden gebruikt.
•
Bedek de huidpoort met occlusief verband en laat de verlengstuk-
ken, klemmen en doppen onbedekt voor toegang door het team.
•
Wondverbanden moeten schoon en droog worden gehouden.
Let op: De patiënt mag niet zwemmen, douchen of het verband nat laten
worden tijdens het baden.
•
Als het verband loslaat door overmatig zweten of onbedoeld nat wor-
den, moet het medisch of verplegend personeel het verband onder
steriele omstandigheden verwijderen.
Let op: Neem altijd het protocol van het ziekenhuis of de afdeling, moge-
lijke complicaties en de behandeling ervan, waarschuwingen en voor-
zorgsmaatregelen door voordat u een mechanische of chemische inter-
ventie uitvoert als reactie op problemen met de werking van de katheter.
Waarschuwing: Alleen een arts die op de hoogte is van de juiste technie-
ken mag de volgende procedures proberen.
ONVOLDOENDE FLOW:
De volgende factoren kunnen een onvoldoende bloedflow veroorzaken:
•
Geoccludeerde arteriële gaten door stolsels of fibrineschede.
•
Occlusie van de arteriële zijgaten door contact met de aderwand.
Oplossingen zijn:
•
Chemische interventie met behulp van een trombolyticum.
BEHANDELING VAN EENWEGSOBSTRUCTIES:
Eenwegsobstructies treden op wanneer een lumen gemakkelijk kan wor-
den doorgespoeld, maar er geen bloed kan worden geaspireerd. Dit wordt
meestal veroorzaakt door een verkeerde ligging van de tip.
Een van de volgende aanpassingen kan de obstructie mogelijk doen
verdwijnen:
•
Verplaats de katheter.
•
Verplaats de patiënt.
•
De patiënt laten hoesten.
•
Als er geen weerstand is, de katheter grondig spoelen met een ste-
riele, normale zoutoplossing om te proberen de tip van de vaatwand
weg te krijgen.
VERZORGING VAN DE INBRENGPLAATS
WERKING VAN DE KATHETER
-54-
Publicidad
Tabla de contenido
