Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
INFECTIE:
Let op: Vanwege het risico van blootstelling aan hiv (humaan immuno-
deficiëntievirus) of andere pathogenen die via het bloed worden overge-
dragen, dienen zorgverleners bij de zorg voor alle patiënten universele
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen bij het hanteren van bloed en
lichaamsvloeistoffen.
•
Altijd moet een strikt steriele techniek worden gehanteerd.
•
Een klinisch erkende infectie bij de huidpoort moet onmiddellijk
met gepaste antibiotica worden behandeld.
•
Als een patiënt met geplaatste katheter koorts krijgt, neemt u ten
minste twee bloedmonster voor een kweek af van een locatie die zich
niet in de buurt van de huidpoort bevindt. Als de bloedkweek positief
is, moet de katheter onmiddellijk worden verwijderd en een behan-
deling met gepaste antibiotica worden ingezet. Wacht 48 uur voordat
u de katheter vervangt. Zo mogelijk moet de inbrengplaats aan de
andere zijde van de oorspronkelijke huidpoort worden aangebracht.
•
Nadat een voerdraad van 0,018 inch in de doelader is ingebracht,
moet de hulsdilatator van 4F over het proximale uiteinde van de
draad worden gevoerd en in de doelader worden ingebracht.
•
Wanneer de hulsdilatator van 4F in de doelader is geplaatst, verwij-
dert u de voerdraad en dilatator één voor één.
•
Breng een voerdraad van 0,038 inch in en door de huls tot de voer-
draad zich in de doelader bevindt.
•
Verwijder de huls en volg de aanwijzingen vanaf punt 13.
Waarschuwing: Alleen een arts die op de hoogte is van de juiste technie-
ken mag de volgende procedures proberen.
Let op: Neem altijd het protocol van het ziekenhuis of de afdeling, moge-
lijke complicaties en de behandeling ervan, waarschuwingen en voor-
zorgsmaatregelen door voordat de katheter wordt verwijderd.
1.
Palpeer de plaats waar de katheter uit de tunnel komt om de mof te
lokaliseren.
2.
Breng voldoende lokaal anestheticum aan op de huidpoort en de
moflocatie om het gebied volledig te verdoven.
3.
Knip de hechtdraad van de hechtvleugel. Volg het ziekenhuisproto-
col voor het verwijderen van huidhechtingen.
4.
Maak een incisie van 2 cm over de mof, parallel aan de katheter.
5.
Dissecteer tot aan de mof met stompe en scherpe dissectie zoals
geïndiceerd.
6.
Grijp de mof wanneer deze zichtbaar is met een klem vast.
7.
Klem de katheter af tussen de mof en de inbrengplaats.
8.
Knip de katheter tussen de mof en de huidpoort door. Trek het
interne deel van de katheter terug door de incisie in de tunnel.
9.
Verwijder de rest van de katheter (d.w.z. het gedeelte in de tunnel)
via de huidpoort.
Let op: Trek het distale uiteinde van de katheter niet door de incisie,
omdat de wond hierdoor gecontamineerd kan worden.
10. Oefen gedurende 10-15 minuten of tot de bloeding stopt druk uit op
de proximale tunnel.
11. Sluit de incisie met hechtdraad en breng een verband aan op een
manier die een optimale genezing bevordert.
12. Controleer of de katheter scheuren heeft en meet de katheter na
verwijdering. De lengte moet gelijk zijn aan de lengte van de kathe-
ter voordat deze werd ingebracht.
INBRENGMETHODE VIA MICROPUNCTIE
VERWIJDERING VAN DE KATHETER
-55-
Publicidad
Tabla de contenido
