8.2 METALEN BAND VAN DE KETTINGREM
Controleer maandelijks, bij uw Wederverkoper,
de integriteit van de metalen band (Afb.
33.A) die de klok van de frictie omwikkelt.
De band moet vervangen worden
wanneer hij versleten of vervormd is.
8.3 TANDWIEL KETTING
Controleer, bij uw Verkoper, regelmatig de staat
van het kettingwiel (Afb. 6.B) en vervang het
wanneer de slijtage niet meer aanvaardbaar is.
Monteer geen nieuwe ketting op
een versleten wiel en omgekeerd.
8.4 CONTROLE VAN DE BOUGIE
De bougie bevindt zich onderaan
de machine (Afb. 34).
Periodiek wordt de bougie gedemonteerd
en gereinigd, door eventuele restjes te
verwijderen met een metalen borsteltje (Afb.
35.A) tegelijkertijd ingedrukt worden.
Controleer en herstel de correcte
afstand tussen de elektrodes (Afb. 35.B)
tegelijkertijd ingedrukt worden.
Hermonteer de bougie en draai hem
stevig vast met de bijgeleverde sleutel.
De bougie moet ingeval van doorgebrande
elektroden of een beschadigde isolatie, en ieder
geval elke 100 werkuren, vervangen worden
door een bougie met analoge karakteristieken.
8.5 STARTKABEL
De startkabel moet door uw Verkoper vervangen
worden bij de eerste tekenen van slijtage.
8.6 ONDERHOUD VAN DE
GETANDE KETTING
Om redenen van veiligheid en
efficiëntie, is het heel belangrijk dat de
snij-inrichtingen goed scherp zijn.
De ketting moet bijgeslepen worden wanneer:
– Het zaagsel te veel op stof gelijkt.
– Er meer kracht nodig is om te zagen.
– De snede niet rechtlijnig is.
– Er meer trillingen zijn.
– Er wordt meer brandstof verbruikt.
Als de ketting niet scherp genoeg is,
neemt het risico op tegenslag (kickback) toe.
BELANGRIJK
slijpen aan een gespecialiseerd centrum toe
te vertrouwen, waar dit uitgevoerd kan worden
met speciale apparatuur die zorgt voor een
minimale verwijdering van materiaal en een
constante slijping van alle snijdende elementen.
8.6.1 Ketting bijslijpen
De ketting wordt aangescherpt met behulp
van daartoe bestemde vijlen met ronde
doorsnede en een diameter die specifiek is
voor elk type van ketting (zie "Tabel Onderhoud
Ketting" hfdstk. 14). Het aanscherpen vergt
een goede handigheid en ervaring, om de
snijdende elementen niet te beschadigen.
Om de ketting te slijpen:
1. Stop de machine (par. 6.6).
2. Schakel de kettingrem uit (par. 5.7).
3. Blokkeer het blad stevig met de ketting
gemonteerd (Afb. 36.A), en verzeker u
ervan dat de ketting vrij kan glijden.
4. Span de ketting indien die
te los zit (par. 6.1.3).
5. Plaats de vijl in de holte van de tand,
met een constante inclinatie ten opzichte
van het profiel van het mes (Afb. 36.B)
tegelijkertijd ingedrukt worden. Het
gebruik van een slijpplaat vergemakkelijkt
de beweging van de vijl (Afb. 36.C).
6. Voer slechts enkele passages met de vijl uit
en uitsluitend vooruit. Herhaal de handeling
op alle snijdende elementen, met dezelfde
richting (naar rechts of naar links).
7. Keer de positie van het blad om in
de klem en herhaal de handeling
op de overige elementen.
8. Controleer of de beperkingstand (Afb. 36.D)
overeenstemt met de niveaus aangegeven
in de "Tabel Onderhoud Ketting" (Hfdstk. 14)
en vijl het eventueel overbodige deel weg
met een vlakke lijm, en rond het profiel af.
9. Na het vijlen worden alle vijlsporen
en het vijlstof verwijderd. Smeer
de ketting in een oliebad.
8.6.2 Vervanging van de getande ketting
De ketting wordt vervangen wanneer:
– de lengte van het snijdend element 5
mm of minder bedraagt (Afb. 36.E);
– de speling van de schakels op de
klinknagels te groot geworden is.
NL - 17
Het is raadzaam het