Descargar Imprimir esta página

Codman EDS 3 Manual De Instrucciones página 23

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 31
2. Zet de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Monitoring Only (zie Het
gebruik van de patiënt-infuuslijnafsluiter).
3. Neem het LUER-LOK dopje van de katheterconnector (proximale
uiteinde) van de patiënt-infuuslijn.
4. Neem het dopje van de monitoring-poort van de patiënt-
infuuslijnafsluiter af.
5. Sluit de spuit op de monitoring-poort van de patiënt-infuuslijnafsluiter aan.
6. Druk de zuiger van de spuit langzaam in en spoel het korte slangge-
deelte van de patiënt-infuuslijn naar de katheterconnector door.
7. Zet de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Closed. Druk de spuitzuiger
in om het systeem tot aan de druppelkamer door te spoelen. Vergewis
u ervan dat er geen lekken zijn. Controleer of er vrije doorstroming van
vloeistof naar de druppelkamer plaatsvindt.
8. Controleer of er vloeistof uit de druppelkamer in de afnamezak stroomt.
9. Zet de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Drainage Only en maak
de spuit los. Zet het dopje terug op de monitoring-poort van de patiënt-
infuuslijnafsluiter.
De EDS 3 eenheid op de patiëntkatheter aansluiten
Verwijder de dopjes van de ventrikelkatheter of lumbale katheter en van
de patiënt-infuuslijn. Sluit de vrouwelijke connector van de katheter aan op
de patiënt-infuuslijn.
LET OP: Ga bij het afnemen en herplaatsen van de LUER-LOK dop
voorzichtig te werk, zodat besmetting wordt vermeden.
Het draineren van liquor in de druppelkamer
1. Maak de witte schroef los door deze linksom te draaien. Schuif het
pijltje op de druppelkamer naar de gewenste drukinstelling in mm Hg
of in cm H
O. Zet de druppelkamer vast door de witte schroef rechtsom
2
te draaien. DRAAI DE SCHROEF NIET TE STRAK AAN.
2. Draai de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Drainage Only.
3. Draai de systeemafsluiter in de stand Drainage Only.
4. Draai de druppelkamerafsluiter in de stand Drip Chamber.
5. Vergewis u ervan dat er liquor vanuit de anatomie van de patiënt naar
de druppelkamer stroomt en dat de druppelkamer zich met liquor vult.
Meet het functioneren van de druppelkamer en noteer, indien gewenst,
de afgenomen volumes.
Het draineren van liquor vanuit de druppelkamer in
de afnamezak
1. Draai de systeemafsluiter in de stand Closed zodat u verzekerd bent van
nauwkeurige meting van de hoeveelheid vloeistof in de druppelkamer.
2. Draai de druppelkamerafsluiter in de stand Drainage Only.
3. Vergewis u ervan dat er liquor vanuit de druppelkamer naar de
afnamezak stroomt en dat de zak zich met liquor vult.
4. Draai de systeemafsluiter in de stand Drainage Only.
5. Meet, indien gewenst, het functioneren van de afnamezak.
De intracraniale druk (ICP) bewaken
WAARSCHUWING: INDIEN MEN DE INTRACRANIALE DRUK (ICP)
CONTROLEERT MET EEN VAN DE AFSLUITERS IN DE STAND NULL,
KAN DIT ONJUISTE ICP-METINGSUITSLAGEN TOT GEVOLG HEBBEN.
GELIJKTIJDIGE UITVOERING VAN DRAINAGE EN TRANSDUCER
MONITORING KAN LEIDEN TOT GOLFVORMARTEFACTEN EN
ONNATUURLIJK LAGE ICP-METINGEN, ZOALS BESCHREVEN
DOOR WILKINSON
. MEN KAN BIJ AFWISSELING DRAINAGE EN
5
ICP-MONITORING TOT STAND BRENGEN DOOR DE AFSLUITERS
RESPECTIEVELIJK IN DE STANDEN DRAINAGE ONLY OF MONITORING
ONLY TE ZETTEN.
Meet de ICP vanaf de patiënt-infuuslijnafsluiter of vanaf de systeemafsluiter.
U stelt meting van de ICP in werking door het ICP-monitoringtoestel
(vloeistofgekoppelde [FC] transducer) op de gewenste afsluiter aan te
sluiten en de afsluiter in de stand Monitoring Only te zetten.
N.B.: Raadpleeg altijd de aanwijzingen van de fabrikant voor een juiste
nivellering en bediening van ICP-monitoringtransducers en -toestellen.
De naaldvrije monster-/injectielocatie gebruiken
WAARSCHUWING: Het EDS 3-systeem biedt rechtstreeks toegang tot
de ventriculaire drainagekatheter via de afsluitkraan van de patiëntlijn
en de naaldvrije injectielocatie. Wees voorzichtig bij het toedienen
van medicatie via deze locaties, om de kans dat intravasculair
toegediende medicatie in het cerebrospinale vocht wordt geïnjecteerd te
minimaliseren. LET OP: Probeer niet met een naald of een stompe canule
de siliconenverzegeling van de naaldvrije injectie-/monsterlocatie te
bereiken. Gebruik uitsluitend standaard Luer-aansluitingsinstrumenten,
om beschadiging van de verzegeling te voorkomen.
A. Het injecteren van medicijnen in het systeem
Via de naaldloze afname-/injectieplaats op de Y-connector die deel uitmaakt
van de patiënt-infuuslijn kan medicatie aan de patiënt worden toegediend.
Ga bij het toedienen van medicatie via de connector als volgt te werk:
1. Draai de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Drainage Only en sluit
de schuifklem direct distaal van de Y-connector. (N.B.: Schuifklemmen
worden bijgeleverd indien er van dubbelklemmethodes gebruik
wordt gemaakt.)
2. Reinig de siliconen sluiting van de injectieplaats vóór gebruik met 70 %
isopropylalcohol. Laat de sluiting 1 minuut drogen.
3. Gebruik een mannelijke Luer-spuit met schuif- of grendelaansluiting.
Pak de injectieplaats vast en duw en draai de spuit stevig rechtsom
tegen de injectieplaats totdat de spuit strak vast zit. Dien de medicatie
toe. (N.B.: De volumecapaciteit van de patiënt-infuuslijn en de
ventrikelkatheter vanaf de injectieplaats tot de proximale tip van de
katheter bedraagt ongeveer 1,5 ml.)
4. Maak de aansluiting los door de spuit linksom te draaien totdat hij los
is. Sluit de injectieplaats wanneer de spuit wordt verwijderd; plaats geen
dop op de injectieplaats.
5. Spoel de injectieplaats overeenkomstig het in uw instelling
geldende protocol.
6. Open de klem(men) na voltooiing van de injectie weer, zodat de drainage
wordt hervat.
B. Vloeistof afnemen via de naaldloze afname-/injectieplaats
1. Reinig de siliconen sluiting van de injectieplaats vóór gebruik met 70 %
isopropylalcohol. Laat de sluiting 1 minuut drogen.
2. Gebruik een mannelijke Luer-spuit met schuif- of grendelaansluiting. Pak
de injectieplaats vast en duw en draai de spuit stevig rechtsom tegen de
injectieplaats totdat de spuit strak vast zit. Vul de spuit door voorzichtig
aan de zuiger te trekken.
3. Maak de aansluiting los door de spuit linksom te draaien totdat hij los
is. Sluit de injectieplaats wanneer de spuit wordt verwijderd; plaats geen
dop op de injectieplaats.
4. Spoel de injectieplaats overeenkomstig het in uw instelling
geldende protocol.
C. Het systeem spoelen
Gebruik voor spoeling van het systeem een LUER-LOK spuit van 10 ml en
een hoeveelheid spoelvloeistof die toereikend is om het systeem van de
naaldloze injectie-/afnameplaats tot de afnamezak te spoelen. Spoel het
systeem door de volgende handelingen uit te voeren:
1. Zet de driewegkraan van de patiënt-infuuslijnafsluiter in de stand Closed.
2. Zet de driewegkraan van het systeem in de stand Drainage Only.
3. Zet de driewegkraan van de druppelkamerafsluiter in de stand
Drainage Only.
4. Zorg ervoor dat alle schuifklemmen open staan.
5. Reinig de siliconensluiting van de injectieplaats vóór gebruik met 70 %
isopropylalcohol. Laat de sluiting 1 minuut drogen.
6. Gebruik een mannelijke Luer-spuit met schuif- of grendelaansluiting. Pak
de injectieplaats vast en duw en draai de spuit stevig rechtsom tegen de
injectieplaats totdat de spuit strak vast zit.
7. Injecteer spoelvloeistof totdat de patiënt-infuuslijnafsluiter schoon is.
8. Maak de aansluiting los door de spuit linksom te draaien totdat deze
los is. De injectieplaats sluiten wanneer de spuit wordt verwijderd; een
afsluitdop is niet nodig.
23

Publicidad

loading