NuVasive NVM5 Manual De Instrucciones página 304

WAARSCHUWINGEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg)
WAARSCHUWING: Gebruik de Digitizer Array niet als het product op enigerlei wijze
beschadigd is.
VOORZORGSMAATREGEL: De langetermijneffecten van huidelektroden voor elektrische
stimulatie en/of registratie zijn onbekend.
VOORZORGSMAATREGEL: Verkeerd geplaatste spiraalelektroden kunnen leiden tot
slechte of geen resultaten, zelfs bij een stimulus van hoge stroom.
VOORZORGSMAATREGEL: Het correct hanteren, insteken en aanbrengen van
elektroden is van cruciaal belang voor EMG-opvolging. De naalden moeten minstens 2,5
cm (1 inch) van elkaar verwijderd zijn. Volg de richtlijnen van uw zorgcentrum voor het
afvoeren van 'scherpe' voorwerpen om de naaldelektroden correct en veilig af te voeren.
VOORZORGSMAATREGEL: Controleer vóór gebruik alle componenten en de verpakking
op schade. Gebruik geen steriele componenten als de verpakking geopend of beschadigd
is. Als de componenten zichtbaar beschadigd zijn, gebruik het systeem dan niet.
VOORZORGSMAATREGEL: Gebruik geen alcohol om de touchscreen van het
bedieningspaneel schoon te maken.
VOORZORGSMAATREGEL: Laat geen vloeistof in het bedieningspaneel of in de
patiëntmodule binnendringen, want dit kan leiden tot schade aan of storing in het NVM5-
systeem. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het Bendini-systeem kan dringen. Schakel
de voeding uit en laat het systeem drogen als u vermoedt dat er vloeistof in een deel van
het systeem is gedrongen.
VOORZORGSMAATREGEL: Het NVM5-systeem is niet beschermd tegen de effecten
van defibrillatie. Gebruik het systeem niet in combinatie met een defibrillator.
VOORZORGSMAATREGEL: Hoewel het NVM5-systeem bedoeld is voor het helpen bij
het elektromyografisch zoeken van de rugzenuwen in de buurt van de operatieplek, is
het niet bedoeld als vervanging van een grondige kennis van de anatomie van de rug en
kennis van gepaste chirurgische technieken, en de door het systeem verstrekte gegevens
mogen niet worden beschouwd als definitieve indicatoren van de locatie van de zenuw.
Factoren zoals de afstand vanaf de zenuw, de positie en plaatsing van de elektroden,
individuele spier- en/of zenuwreacties, de nabijheid en kracht van bronnen van elektrische
interferentie, en andere patiënt- en omgevingsgebonden factoren kunnen een invloed
hebben op de werking van het systeem. Als de arts vindt dat deze weerstand zo groot is
dat een veilige plaatsing van de instrumenten uitgesloten is, moet de procedure worden
onderbroken.
302