TECHNISCHE SPECIFICATIES (vervolg)
Aanbevolen afstand tussen draagbare/mobiele RF-communicatieapparatuur en de NVM5
De NVM5 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin storingen door gestraalde RF beheerd
worden. U kunt als klant of gebruiker van de NVM5 elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door de
hieronder aanbevolen minimumafstand tussen de draagbare en mobiel RF-communicatieapparatuur (zenders)
en de NVM5 te bewaren, afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Maximaal uitgangsvermogen
van zender
W
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat niet hierboven vermeld is, kan de aanbevolen afstand (d) in
meter (m) worden geschat op basis van de vergelijking die van toepassing is voor de frequentie van de zender, waarbij
P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) volgens de fabrikant van de zender is.
OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische voortzetting wordt beïnvloed door
absorptie en weerkaatsing door structuren, voorwerpen en mensen.
Richtlijnen en verklaring van fabrikant over elektromagnetische immuniteit
De NVM5 is bedoeld voor gebruik in de hieronder vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker
van de NVM5 moet ervoor zorgen dat het product in dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Testniveau IEC 06901
Geleide RF
3 Vrms
IEC 61000-4-6
150 kHz tot 80 MHz
Gestraalde RF
3 V/m
IEC 61000-4-3
80 MHz tot 2,5 GHz
OPMERKING 1: deze richtlijnen zijn niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische voortzetting wordt beïnvloed door
absorptie en weerkaatsing door structuren, voorwerpen en mensen.
OPMERKING 2: het is van cruciaal belang dat de werkelijke afschermingswaarde en filterdemping van de afgeschermde plek
wordt gecontroleerd om na te gaan of ze aan de minimumspecificaties voldoen.
a
De veldsterktes van vaste zenders zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) telefoons en radio's, amateurradio's,
radio-uitzendingen in AM en FM, en tv-uitzendingen kunnen niet theoretisch en nauwkeurig worden voorspeld. Om de
elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te analyseren, moet een elektromagnetisch onderzoek van
de locatie worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte buiten de afgeschermde installatieplek van het product groter is
dan 3V/m, dan moet het product worden geobserveerd om te kijken of het correct werkt. Als het product niet correct werkt,
moeten extra maatregelen worden getroffen, zoals het verplaatsen van het product of het gebruiken van een afgeschermde
plek met een hogere RF-afschermwaarde en filterdemping.
Scheidingsafstand volgens de frequentie van de zender
150 MHz tot 80 MHz
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2√P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
Nalevingsniveau
3 Vrms
150 kHz tot 10 MHz
0,3 mVrms
10 MHz tot 20 MHz
0,03 mVrms
20 MHz tot 80 MHz
0,3 mV/m
80 MHz tot 100 MHz
3 V/m
100 MHz tot 2,50 GHz
316
m
d = 1,2√P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
Elektromagnetische omgeving: richtlijn
De NVM5 mag alleen worden gebruikt op
een afgeschermde plek met een minimale
RF-afscherming en met een minimale RF-
filterdemping van 80 dB vanaf 10 MHz tot 20 MHz,
100 dB vanaf 20 MHz tot 80 MHz en 80 dB vanaf
80 MHz tot 100 MHz voor elke kabel die in de
afgeschermde plek ligt. (De minimumwaarde
bij 20 MHz is 100 dB en de minimumwaarde bij
80 MHz is 80 dB.) Raadpleeg pagina 25 van de
onderhoudshandleiding.
De veldsterkte buiten de afgeschermde plek
vanaf de vaste RF-zenders, zoals vastgesteld
in een elektromagnetisch onderzoek ter plekke,
moet lager zijn dan 3V/m.
Interferentie kan optreden in de buurt van
apparatuur die gemarkeerd is met het volgende
symbool:
®
80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3√P
0,23
0,73
2,3
7,3
23
a