St. Jude Medical BRK Instrucciones De Uso página 31

State: Released Date: 2020.07.13 23:03 GMT Effectivity: Upon Release
• Vergrendel het stilet op het aansluitstuk.
• Breng de naald/stileteenheid in de dilatator in. Voer de naald/stileteenheid onder fluoroscopie op totdat deze zich op een
afstand van ongeveer 2 cm van de dilatatortip in de schacht bevindt (zie fig. 2).
• Sluit de schacht en dilatator opnieuw op elkaar aan door de dilatator en de naald/stileteenheid gelijktijdig onder
fluoroscopie in de schacht op te voeren. Let erop dat de naald in de dilatator niet van positie verandert terwijl de twee
componenten gezamenlijk worden opgevoerd. Zorg ervoor dat de positie van de schachttip in de SVC behouden blijft.
• Voer de naald/stileteenheid onder fluoroscopie op tot het stilet zich net proximaal ten opzichte van de dilatatortip bevindt
(zie fig. 3).
• Verwijder het stilet. Niet weggooien.
• Aspireer de naald tot terugbloeding wordt waargenomen. Gooi de injectiespuit weg.
OPMERKING: Gebruik van een slip-tip (een niet-Luer Lock‡) injectiespuit kan het aspireren van lucht mogelijk tegengaan.
• Spoel de naald met gehepariniseerde zoutoplossing. Sluit de kraan.
• Voer de naald onder fluoroscopie op tot de tip van de naald zich net proximaal ten opzichte van de dilatatortip bevindt
(zie fig. 4).
• OPT: Bevestig een draaiende 3-wegkraan aan het aansluitstuk van de naald.
• OPT: Bevestig een injectiespuit met radiopaak contrastmiddel aan de kraan. Aspireer de naald. Laad vervolgens onder
fluoroscopische geleiding de naald met het contrastmiddel.
• OPT: Sluit een drukbewakingslijn op de kraan aan.
• OPT: Gebruik een standaard drie-poortverdeelstuk om de contrastlijn, druklijn en spoellijn aan te sluiten.
4. CONTACT MET DE FOSSA OVALIS MAKEN.
• Visualiseer en identificeer de anatomische oriëntatiepunten.
• Stel de fluoroscopie-eenheid in op een geschikte hoek parallel aan het vlak van de mitralisklep en orthogonaal ten opzichte
van het vlak van het septum. Normaal gesproken is dit LAO (Left Anterior Oblique), ongeveer 30 tot 40 graden links
anterieur schuins.
• OPT: Tijdens elektrofysiologie-ingrepen kan plaatsing van katheters in de sinus coronarius en bundel van His de identificatie
van de anatomische oriëntatiepunten vergemakkelijken. In het juiste LAO-zicht wordt de sinus coronarius-katheter in profiel
gezien. In het juiste RAO-zicht (Right Anterior Oblique) is de bundel van His-katheter in profiel zichtbaar. De fossa ovalis
bevindt zich bij of net onder de bundel van His-katheter en boven en achter het ostium van de sinus coronarius.
• OPT: Plaatsing van een pigtail angiografie-/hemodynamische bewakingskatheter in de niet-coronaire cuspis van de
aortaklep kan identificatie van de anatomische oriëntatiepunten vergemakkelijken.
• OPT: Controleer de drukgolfvorm die door de BRK™ transseptale naald wordt geregistreerd.
• Stel de wijzerflens zodanig bij dat de naald zich loodrecht ten opzichte van de fossa ovalis (gewoonlijk tussen 3 en 5 uur,
bekeken vanaf het voeteneinde van de patiënt) bevindt. (Zie fig 5.)
• Verifieer door middel van fluoroscopie dat de tip van de naald zich binnen in de dilatator bevindt.
• Versleep de schacht/dilatator/naaldeenheid langzaam na te hebben geverifieerd dat de naaldtip zich binnen in de dilatator
bevindt. Zorg ervoor dat de onderdelen van de eenheid zich niet ten opzichte van elkaar bewegen. Het is uitermate
belangrijk dat de eerdere oriëntatie van de wijzerflens behouden blijft terwijl u de eenheid als geheel versleept.
• Controleer in het links-anterieur schuinse beeld (LAO; orthogonaal ten opzichte van het septum interatriale) de dilatatortip
tijdens het verslepen op plotse mediale beweging (of beweging naar rechts toe), wat erop duidt dat de tip de fossa ovalis
heeft aangegrepen. (zie fig. 6a, 6b en 6c.).
OPMERKING: Als de fossa ovalis open aan de 'sonde' is, treedt de dilatatortip nu moeiteloos in het linkeratrium binnen.
Fig. 2
1. schachttip
2. dilatator
3. naald
4. stilet
Fig. 3
1. dilatatortip
2. naaldtip
Fig. 4
1
Fig. 5
a. Beginpositie in de SVC
b. Initiële mediale beweging in RA
c. Plotse mediale beweging in fossa
ovalis
Fig. 6
29
1. naald
2. stilet
3. dilatatortip
4. schacht
1. naaldwijzerflens