Publicidad
5.
Probeer de aScope 3 niet te reinigen en opnieuw te gebruiken; het is een apparaat voor
eenmalig gebruik. Hergebruik van het product kan leiden tot besmetting, wat infecties
kan veroorzaken.
6.
De aScope 3 mag niet worden gebruikt als er licht ontvlambare anesthesiegassen aan
de patiënt worden toegediend. Hierdoor zou de patiënt letsel kunnen oplopen.
7.
De aScope 3 mag niet worden gebruikt in een MRI-omgeving.
8.
Gebruik de aScope 3 niet gedurende defibrillatie.
9.
Uitsluitend bestemd voor gebruik door bekwame artsen die zijn opgeleid voor klinische
endoscopische technieken en ingrepen.
10. Gebruik geen overmatige kracht bij het verder inbrengen, bedienen of terughalen van
de aScope 3.
11. De patiënt dient tijdens het gebruik te allen tijde zorgvuldig te worden geobserveerd.
12. Kijk altijd naar het rechtstreekse beeld op de aView wanneer u de aScope 3 inbrengt
of terughaalt, of wanneer u het buigstuk of de afzuiging bedient. Als u dat niet doet,
kunt u de patiënt verwonden.
13. Gebruik de aScope 3 niet als de steriele barrière of de verpakking van het product
beschadigd is.
14. De temperatuur van het distale uiteinde van de endoscoop kan door opwarming van
de led-lichtbron hoger worden. Vermijd langdurig contact tussen de punt van het
apparaat en het slijmvlies omdat langdurig contact met het slijmvlies letsel aan het
slijmvlies kan veroorzaken.
15. Zorg altijd dat een buis die op de afzuigconnector is aangesloten, ook op een
afzuigapparaat is aangesloten.
16. Wanneer u de endoscoop terughaalt, moet de distale tip zich in de neutrale,
niet-gebogen stand bevinden. Bedien de buighendel niet, omdat hierdoor letsel bij
de patiënt en/of schade aan de aScope 3 kan ontstaan.
17. De aScope 3 mag niet verder worden ingebracht of teruggehaald en het buigstuk mag
niet worden bediend terwijl endoscopische accessoires uit het distale uiteinde van het
werkkanaal steken, omdat hierdoor letsel bij de patiënt kan ontstaan.
18. Zorg altijd dat het buigstuk recht is bij het inbrengen of terughalen van een
endoscopisch accessoire in het werkkanaal. Bedien de buighendel niet en gebruik nooit
overmatige kracht, omdat hierdoor letsel bij de patiënt en/of schade aan de aScope 3
kan ontstaan.
19. Voer altijd een visuele controle uit aan de hand van de instructies in deze
gebruiksaanwijzing voordat u de aScope 3 in een afvalcontainer plaatst.
20. Elektronische apparatuur en het aScope 3-systeem kunnen de normale werking van het
andere systeem beïnvloeden. Als het aScope 3-systeem naast of gestapeld op andere
apparatuur wordt gebruikt, moet u vóór gebruik controleren of het aScope 3-systeem
en de overige elektronische apparatuur normaal functioneert. Het kan nodig zijn om
maatregelen te nemen om deze storingen of onderbrekingen te beperken, zoals het
draaien of verplaatsen van de apparatuur of het afschermen van de ruimte waarin de
apparatuur wordt gebruikt.
21. De aScope 3 bestaat uit de door Ambu geleverde onderdelen. Deze onderdelen mogen
uitsluitend worden vervangen door onderdelen die door Ambu zijn geautoriseerd.
Het niet opvolgen van deze instructie kan letsel bij de patiënt veroorzaken.
22. Controleer heel zorgvuldig of het beeld op het scherm rechtstreeks of opgenomen is en
of de oriëntatie van het beeld naar verwachting is.
23. Om elektrische schokken te voorkomen mag het aScope 3-systeem uitsluitend op een
netvoeding met veiligheidsaarding worden aangesloten. Om het aScope 3-systeem
van de netvoeding los te koppelen verwijdert u de stekker uit het stopcontact.
24. Controleer altijd de compatibiliteit met endotracheale buizen en dubbellumenbuizen.
25. Als er tijdens de endoscopische procedure een storing optreedt, stopt u de procedure
onmiddellijk en trekt u de endoscoop terug.
171
Publicidad
