Implantatie; Verloop Van De Implantatie - BIOTRONIK Idova 7 Manual Tecnico

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 94
Risicodragende therapeutische en diagnostische procedures
Wanneer voor diagnostische of therapeutische doeleinden elektrische stroom van een
externe bron door het lichaam wordt geleid, kan het implantaat worden gestoord en
kan de patiënt gevaar lopen.
Bij diathermische procedures zoals bijvoorbeeld elektrocauterisering, HF-ablatie of
HF-chirurgie is een inductie van aritmieën of ventriculaire fibrillatie mogelijk. Bij
bijvoorbeeld lithotripsie is een schadelijke warmtewerking mogelijk. Consequenties
voor het implantaat kan men soms niet onmiddellijk vaststellen.
Als risicoprocedures niet zijn te vermijden geldt daarom altijd:
• Patiënten elektrisch isoleren.
• Detectiefuncties van het ICD uitschakelen, pacemakerfunctie – eventueel op asyn-
chrone modi omstellen – kan actief blijven.
• Geen energie in de buurt van het implantaatsysteem inbrengen.
• Daarnaast bovendien de perifere pols van de patiënt controleren.
• Patiënt bij en na elke ingreep bewaken.
Externe defibrillatie
Het implantaat is tegen de energie beschermd die een externe defibrillatie gewoonlijk
induceert. Externe defibrillatie kan nochtans elk implantaat beschadigen. In het
bijzonder stroominductie in de geïmplanteerde elektroden kan necrose in het ingroei-
gebied veroorzaken, wat op haar beurt tot gewijzigde sensing-eigenschappen en stimu-
latiedrempels leidt.
• Plakelektroden anterior-posterior of verticaal op de verbindingslijn van het implan-
taat naar het hart alsook minstens 10 cm weg van het implantaat en van de geïm-
planteerde elektroden plaatsen.
Radiotherapie
Het aanwenden van therapeutische radiotherapie is vanwege mogelijke beschadiging
van het implantaat en de daaruit voortkomende werkingsonveiligheid contrageïndi-
ceerd. Dient deze therapie toch te worden aangewend dan is een voorafgaande risico-
batenanalyse onontbeerlijk. De complexiteit van de beïnvloedingsfactoren – bijvoor-
beeld verschillende stralingsbronnen, veelvormigheid der implantaten,
therapievoorwaarden – maakt het onmogelijk richtlijnen op te stellen die een radiothe-
rapie zonder consequenties voor het implantaat waarborgen. De norm EN 45502 voor
actieve implanteerbare medische apparaten vereist in samenhang met therapeutische
ioniserende straling de volgende maatregelen:
• Opmerkingen over risicovolle therapie- en diagnose in acht nemen.
nl • Nederlands
• Implantaat afschermen tegen stralen.
• Na de radiotherapie de goede werking van het implantaatsysteem herhaaldelijk
controleren.
Opmerking: Bij vragen over de risico-batenanalyse contact opnemen met
BIOTRONIK.
Magneetresonantietomografie
Magneetresonantietomografie (MRI) is vanwege de daarmee verbonden hoge-frequen-
tievelden en magnetische fluxdichtheid contrageïndiceerd: beschadiging of vernieling
van het implantaatsysteem door sterke magnetische wisselwerking en schade voor de
patiënt door overmatige verwarming van het lichaamsweefsel rond het implantaatsy-
steem.
Onder bepaalde voorwaarden kan een magneetresonantietomografie worden uitge-
voerd, mits hierbij de voorgeschreven maatregelen getroffen worden die patiënt en
implantaatsysteem beschermen. Bij BIOTRONIK hebben implantaten met de functie
"MRI conditioneel" de identificatie ProMRI
®
• In de handleiding ProMRI
uitvoerige informatie over de veilige uitvoering van een MRI.
— Digitale handleiding van de website downloaden:
www.biotronik.com/manuals/manualselection
— Gedrukte handleiding bij BIOTRONIK bestellen.
• Geldt in uw land of regio de toelating als "MRI conditioneel"? Actuele informatie bij
BIOTRONIK aanvragen.

3 Implantatie

Verloop van de implantatie

Delen gereedleggen
De volgende onderdelen die aan de EG-richtlijnen 90/385/EEC voldoen zijn nodig:
• Implantaat met blinde plug en schroevendraaier van BIOTRONIK
219
®
.
– MRI conditioneel implantaatsysteem – bevindt zich

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido