Descargar Imprimir esta página

Codman MedStream Manual Del Usuario página 79

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 120
Neem na beëindiging van de hyperbare therapie, en nadat de druk weer het
normale niveau heeft bereikt, de volgende stappen:
start de pomp opnieuw
controleer de pompstatus om vast te stellen of de pomp goed
functioneert. Houd er rekening mee dat deze eerste controle van de
pompstatus geen garantie biedt dat de pomp onbeschadigd is. Blijf
controleren of de patiënt tekenen vertoont die wijzen op een onbedoelde
verandering van de behandeling.
Stel de pomp nooit bloot aan drukwaarden boven 3,0 atmosfeer (ATA).
Deze drukwaarden kunnen terugstroming in de pomp veroorzaken.
Vertel de patiënt dat het niet bekend is welke effecten de industriële
omgeving op de pomp heeft. De patiënt moet elke verandering rapporteren
die betrekking heeft op de effectiviteit van de behandeling, als gevolg van
blootstelling aan een omgeving zoals elektrische substations, booglassen en
andere industriële apparatuur.
Adviseer de patiënt om hoogenergetische radiofrequentieapparatuur
te vermijden, zoals radiozenders en beveiligingspoorten. De patiënt moet
elke verandering rapporteren die betrekking heeft op de effectiviteit van
een therapie, als gevolg van blootstelling aan zulke omgevingen.
Adviseer de patiënt scubaduiken of diepzeeduiken achterwege te laten. Stel
de pomp niet bloot aan een absolute druk boven 1,5 atmosfeer (ATA).
Drukwaarden boven 1,5 ATA kunnen de pomp beschadigen. In dat geval moet
de pomp worden vervangen. De pompsnelheid is drukafhankelijk; bij hogere
drukwaarden wordt de infusiesnelheid gereduceerd. Stel de pomp nooit bloot
aan drukwaarden boven 3,0 atmosfeer (ATA). Deze drukwaarden kunnen
terugstroming in de pomp veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen m.b.t. de katheter
Voorkom met de grootst mogelijke zorg dat siliconen katheters in aanraking
komen met doeken, lakens, talkpoeder of pluizige en korrelige oppervlakken.
Silicone is uiterst elektrostatisch en trekt daardoor in de lucht aanwezige
deeltjes en oppervlaktevervuilers aan die weefselreacties kunnen veroorzaken.
Silicone heeft een lage snij- en scheurweerstand; ga daarom bij het
aanbrengen van ligaturen voorzichtig te werk, zodat deze niet te strak worden
aangetrokken. Gebruik voor het vastzetten van katheters en connectors
uitsluitend zijden hechtdraad nr. 0. Hechtdraad van een kleinere diameter en
hechtdraad van roestvrij staal kunnen insnijding of scheuring van siliconen
katheters veroorzaken. Gebruik niet-resorbeerbaar hechtdraad om de pomp
aan de fascie vast te maken.
Behandel de katheter niet met scherpe instrumenten. Gebruik met rubber
beklede pincetten bij het hanteren van de katheter. Let op dat u niet per
ongeluk in de katheters snijdt of prikt.
Zorg dat de plaatsing en de koppelingen van de katheter goed gezekerd zijn.
Indien katheters niet goed worden vastgezet, kan dat losraken of loskoppeling
van de katheter of obstructie van de poorten tot gevolg hebben. Ook kunnen
beëindiging van de therapie of afgifte van het geneesmiddel in de implantatieholte
bij de pomp of in subcutaan weefsel daarvan de gevolgen zijn.
Snijd katheters pas bij nadat ze zijn geplaatst. Wanneer de katheters
worden bijgesneden, moet een extra gedeelte worden vrijgelaten om zeker
te stellen dat er geen spanning op de katheters wordt uitgeoefend wanneer de
patiënt beweegt.
Tijdens het implanteren dient u erop te letten dat katheters niet worden
geknikt of verstopt raken door knopen, krappe ruimte of draaiing. Om losraken
of knikken te voorkomen, dient u de intraspinale katheter altijd met een anker
aan omliggend weefsel vast te zetten.
Een lege ruimte van 1 tot 2 mm tussen de pomp en de pompkatheter
op röntgenopnamen kan als normaal worden beschouwd.
Voorzorgsmaatregelen m.b.t. het vullen van de pomp
Het navullen van de pomp mag uitsluitend door bevoegd medisch personeel
volgens een voorgeschreven schema worden uitgevoerd.
Aspireer de inhoud van het geneesmiddelreservoir niet bij het vullen of ledigen
van de pomp. De pomp kan daardoor schade oplopen.
Gebruik uitsluitend de bij de MedStream navulset geleverde naald voor het vullen
en navullen van MedStream pompen. Deze naald is speciaal ontworpen voor
gebruik met deze pomp. Het gebruik van andere naalden kan beschadiging van de
centrale poort veroorzaken of een juiste toediening van de oplossing verhinderen.
Overtuig u ervan dat alle luer-lockaansluitingen vastzitten wanneer de
OK-preparatiekit wordt samengesteld.
Zorg voor correcte plaatsing van de naald (loodrecht op de pomp en volledig
in de naaldstop verzonken) voordat u begint met het vullen van het reservoir.
Oefen geen overmatige kracht uit bij het inbrengen van de naald in de
centrale poort. Daardoor zou de naaldpunt kunnen beschadigen. Neem een
vulnaald niet in gebruik als de punt is gebogen. Door een gebogen naald kan
de centrale poort schade oplopen, waardoor de toediening van de oplossing
zou kunnen mislukken of waardoor lekkage van de geneesmiddeloplossing in
de implantatieholte kan ontstaan.
Voorzorgsmaatregelen m.b.t. de boluspoort
Gebruik voor alle boluspoortprocedures uitsluitend de MedStream
bolusset. De bolusnaald is speciaal ontworpen voor gebruik met deze
pomp. Het gebruik van andere naalden kan beschadiging van de boluspoort
veroorzaken of een juiste toediening van de oplossing verhinderen.
79

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

91-420091-4201