2. Verwijder de afdekkap.
3. Verwijder de afdekkap van het vliegwiel.
4. Pomp met de balgpomp tot er weerstand
voelbaar is.
5. Plaats de borgplaat van de noodstopschake-
laar.
6. Zet contactsleutel in de stand "ON" en luister
of de elektrische brandstofpomp draait.
AANWIJZING:
De pomp draait 3 seconden nadat het contact
AAN gezet is. Als de accuspanning te laag is
om de pomp te bekrachtigen zal er te weinig
brandstof toegevoerd worden om te kunnen
starten. Zet het contact UIT en herhaal stap 6
als u er niet zeker van bent of de pomp draait.
7. Leg een knoop in één uiteinde van het koord
uit de gereedschapsset. Wikkel het andere
uiteinde om het handvat van een schroeven-
draaier.
8. Haak de knoop achter de nok op de poelie
en wikkel het koord rechtsom om de poelie.
9. Geef een flinke ruk aan het koord om de
motor te starten.
V WAARSCHUWING
Als u probeert om het tandwieldeksel of de
afdekkap van de motor te plaatsen nadat u de
motor hebt gestart, bestaat er kans op letsel.
Probeer niet om het tandwieldeksel of de
afdekkap van de motor aan te brengen nadat u
de motor hebt gestart.
V WAARSCHUWING
Wanneer de motor draait, zijn er veel bewe-
gende delen die ernstig letsel kunnen veroor-
zaken.
Wanneer de motor draait, moet u uw handen,
haren, kleding enz. uit de buurt van de motor
houden.
AANWIJZING:
Laat het startsysteem zo spoedig mogelijk
repareren. Gebruik de noodstartprocedure niet
als de normale procedure om de motor te star-
ten.
SCHAKEL- EN SNELHEIDSREGELING
LET OP
De motor kan ernstig worden beschadigd als
(a) het toerental niet is teruggekeerd naar sta-
tionair en de snelheid van de boot is vermin-
derd voordat van de vooruitstand naar de
achteruitstand of omgekeerd wordt gescha-
keld, of (b) er niet goed wordt opgelet wanneer
de boot achteruit wordt gevaren.
Laat het toerental terugkeren naar stationair
voordat u schakelt. Wees voorzichtig en vaar
met een zo laag mogelijke snelheid achteruit.
Controleer of de handgreep/schakelhendel in
de gewenste stand staat voordat u gas geeft.
LET OP
Als u schakelt terwijl de motor niet draait, kan
het schakelmechanisme worden beschadigd.
Vermijd schakelen wanneer de motor niet
draait.
39