nl
Opmerking
Een grondig begrip van de principes en methoden die bijvoorbeeld bij elek-
trochirurgische ingrepen worden gebruikt, is noodzakelijk om risico's op
schokken of brandwonden voor patiënten en gebruikers, alsmede schade
aan andere apparatuur en instrumenten te voorkomen. Elektrochirurgische
ingrepen mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold, gespecialiseerd
personeel.
Actief profiel na inschakelen
Als er nog geen camerakop was aangesloten toen de camerabesturings-
eenheid werd ingeschakeld, wordt het standaardprofiel LAP General
Surgery geactiveerd bij het opstarten van de camerabesturingseenheid.
Als een camerakop wordt aangesloten voordat de unit wordt ingeschakeld,
wordt bij het opstarten het laatste profiel dat voor de betreffende camer-
akop is gebruikt, geactiveerd.
Actief profiel na wijziging van de camerakop
Als de camerakop wordt losgekoppeld van de lopende camerabesturings-
eenheid, wordt het ingestelde profiel geactiveerd als een camerakop van
hetzelfde type wordt aangesloten. Als er een ander type camerakop is
bevestigd, wordt het standaardprofiel LAP General Surgery geactiveerd.
Aan- en uitzetten
Aanzetten
►
Druk op de AAN-schakelaar.
Uitzetten
►
Druk op de UIT-schakelaar.
Het apparaat volledig loskoppelen van de netspanning
►
Trek het netsnoer aan de achterkant van het apparaat uit.
Aansluiten van de camerakop
Opmerking
De camerakabel is fragiel wanneer deze gebogen, geknikt, gedraaid, getrok-
ken of ingedrukt wordt. Deze kunnen de elektrische componenten bescha-
digen en zo leiden tot operationele storing.
Voor meer details over de camerakop, zie de respectievelijke gebruiksaan-
wijzing.
►
Steek de verbindingsstekker volledig in de aansluitbussen van de came-
rabesturingseenheid, totdat deze vastklikt.
Profiel selectie
►
Open het menu en navigeer naar menuonderdeel Profiel.
►
Selecteer het gewenste profiel.
Witbalans uitvoeren
Voer een witbalans uit vóór elke procedure en vóór elke wijziging van de
optische vezelkabel of endoscoop.
Opmerking
Merk op dat omgevingslicht dat significant afwijkt van de kleurtempera-
tuur van de lichtbron de resultaten van de witbalans kan beïnvloeden.
122
►
Sluit de camerakop die voor de procedure wordt gebruikt aan.
►
Aansluiten van de endoscoop
►
Sluit de lichtgeleider aan op de lichtbron.
►
Monteer indien nodig de steriele afdekking op de camerakop.
►
Zet alle systeemonderdelen aan.
►
Richt de endoscoop op een wit voorwerp op een afstand van ca. 5 cm.
►
Druk op de Witbalans toets aan de voorzijde van de camerabesturings-
eenheid of op de betreffende toets op de camerakop.
Als de witbalans succesvol is, verschijnt de melding "witbalans succes-
vol" op het beeldscherm.
Als de witbalans niet succesvol is, verschijnt de melding "witbalans niet
succesvol" op het beeldscherm.
Als de witbalans niet succesvol is:
►
Voorkom overmatige blootstelling:
– Vergroot de afstand tot het witte object.
– Pas de helderheid van de lichtbron aan.
►
Herhaal de witbalans.
Beeldweergave
De beeldweergave kan handmatig worden gewijzigd voor individueel aan-
gemaakte profielen. Deze wijzigingen worden bewaard tot de volgende
keer dat het type camerakop of profiel wordt gewijzigd.
De volgende wijzigingen zijn mogelijk:
■
Helderheid
■
Digitale zoom
■
Contrast
■
Randversterking
►
Open het menu en navigeer naar het gewenste menuonderdeel.
►
Gebruik de pijltjestoetsen om de instelling op de regelaar toe te passen
of om een functie in of uit te schakelen.
Effecten
Effecten kunnen worden toegevoegd aan het ingestelde profiel.
►
Open het menu en navigeer naar menuonderdeel Effecten.
►
Selecteer en activeer het effect.
►
Deactiveer het effect op dezelfde manier.
De effecten kunnen op elke manier worden gecombineerd en kunnen
samen of afzonderlijk worden gebruikt, met of zonder Picture out of
Picture effect.