Vercise Gevia™ Informatie voor voorschrijvers
•
Tijdens een MRI-onderzoek zijn er mogelijk interacties met de geïmplanteerde
DBS-lead, verlengkabel en stimulator en er is risico van letsel bij de patiënt. Volg
de ImageReady™ MRI-richtlijnen voor DBS-systemen van Boston Scientific die
beschikbaar zijn op de website www.bostonscientific.com/manuals.
•
Psychische aandoeningen, zoals angst, apathie, manie, slapeloosheid, zelfmoord, of
zelfmoordgedachten of -pogingen
•
Maligne neurolepticumsyndroom of acute akinesie komt zelden voor
•
Overstimulatie of ongewenste sensaties, zoals paresthesie, tijdelijk of chronisch
•
Pijn, hoofdpijn of ongemak, tijdelijk of chronisch, inclusief symptomen als gevolg van
neurostimulatie
•
Slechte locatie van de lead
•
Blootstelling aan straling als gevolg van beeldvorming (CT, fluoroscopie, röntgen)
•
Toevallen
•
Zintuiglijke veranderingen
•
Seroom, oedeem of hematoom
•
Huidirritatie of brandwonden op de plek van de neurostimulator
•
Spraak of slikproblemen, zoals dysfasie, dysarthrie en dysfagie, evenals complicaties
van dysfagie, zoals aspiratie longontsteking
•
Systemische symptomen-autonomisch (tachycardie, transpireren, koorts, duizeligheid),
veranderingen in de werking van de nier, moeite met plassen, seksuele effecten, gastro-
intestinaal (misselijkheid, moeite met de stoelgang, opgeblazen gevoel)
•
Trombose
•
Problemen met het gezichtsvermogen, problemen met het bewegen van de oogleden of
de ogen zelf of andere, aan het oog gerelateerde symptomen
•
Gewichtsveranderingen
Onderhoud van de uitwendige teststimulator 2
(ETS 2)
De ETS 2 wordt gebruikt voor het testen van intra-operatieve stimulatie tijdens de procedure
waarbij de lead geïmplanteerd wordt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in uw DBS-
referentiehandleiding voor een gedetailleerde procedure en richtlijnen voor intraoperatieve tests.
Vercise Gevia™ Informatie voor voorschrijvers
91168753-02 Rev A 138 van 505
Afbeelding 1: Uitwendige teststimulator 2
1.
AB-connector
2.
CD-connector
3.
Indicatorlampje stimulatie
4.
Stimulatie AAN/UIT
5.
Batterij-indicatorlampje