VERVOER TUSSEN ZIEKENHUIZEN
Richtlijnen voor patiëntenvervoer
Professionele zorgverleners kunnen de controller veilig gebruiken als
hulpmiddel om patiënten die worden ondersteund met het Impella
systeem naar een andere medische instelling te vervoeren. Om het
systeem te kunnen gebruiken tijdens vervoer, moet u de instructies in deze
handleiding begrijpen en opvolgen. In het transportteam moeten één of
meer personen aanwezig zijn die volledig zijn opgeleid in het gebruik van
de controller en de Impella
katheter.
®
Patiënten worden op de controller aangesloten voor circulatieondersteuning
gedurende perioden die overeenkomen met de bedoelde gebruiksduur van
de Impella
katheter. Mocht een patiënt tijdens deze periode aanvullende
®
hulpmiddelen en gespecialiseerde teams op een andere locatie nodig
hebben (bijv. een grotere instelling zoals een transplantatiecentrum), dan
kan de patiënt met behulp van de controller veilig naar een dergelijke
locatie worden vervoerd.
Twee belangrijke factoren tijdens het vervoer van patiënten die worden
ondersteund met het Impella
®
optimale hemodynamische toestand van de patiënt en van de juiste positie
van de Impella
®
katheter. Er moeten stappen worden ondernomen om elk
aspect van het vervoer dat deze factoren negatief kan beïnvloeden, weg te
nemen of te minimaliseren.
De controller is ontworpen om 60 minuten op batterijen te kunnen
werken. Transportteams moeten hier rekening mee houden wanneer ze
het vervoer plannen. Als het vervoer naar verwachting een periode van
meer dan 60 minuten omvat waarin het systeem is losgekoppeld van de
netvoeding, moet een vervoermiddel met een ingebouwde gelijkstroom-
wisselstroomomzetter worden gebruikt.
Belangrijke overwegingen bij vervoer
1.
Planning is essentieel voor succes. Vertegenwoordigers van
Abiomed kunnen u helpen bij het plannen van vervoer. U kunt
24 uur per dag contact met hen opnemen via de 24-uurs hotline
van Abiomed (zie achteromslag).
2.
De Automated Impella Controller moet voorafgaand aan het
vervoer volledig worden opgeladen. Laat de Automated Impella
Controller wanneer mogelijk aangesloten op de netvoeding (of een
wisselstroomomzetter).
3.
Zorg dat de connectorkabel van de controller naar de Impella
katheter niet onder trekspanning komt te staan. Door een
dergelijke spanning kan de katheter uit de juiste positie worden
getrokken en de circulatieondersteuning van de patiënt in gevaar
komen.
4.
Bewaak de druk in het spoelsysteem nauwlettend wanneer er zich
veranderingen in hoogte voordoen.
5.
De controller moet zodanig worden geplaatst dat het
weergavescherm en de schermtoetsen goed toegankelijk zijn
om alarmen te kunnen zien en noodzakelijke wijzigingen aan te
kunnen brengen.
6.
Houd de ACT tussen 160 en 180 seconden of op het niveau dat is
aanbevolen door de arts die verantwoordelijk is voor de patiënt.
VOORBEREIDEN VOOR GEBRUIK TIJDENS EEN
VLUCHT−VLIEGTUIGMODUS INSCHAKELEN
De vliegtuigmodus is beschikbaar in de software voor luchtvervoer.
Wanneer de vliegtuigmodus actief is, schakelt deze de RFID-zender van de
spoelcassette uit, zodat de controller de spoelcassette niet kan detecteren.
Als tijdens het vervoer spoelsysteemalarmen worden geactiveerd, moet het
transportteam het verantwoordelijke ziekenhuis bij aankomst inlichten.
260
systeem, zijn het handhaven van een
Om het systeem voor te bereiden op gebruik tijdens een vlucht, selecteert
u > Vliegtuigmodus inschakelen. Wanneer de vliegtuigmodus actief is,
verschijnt er een wit alarm op het scherm (zie de onderstaande afbeelding).
Tijdens luchtvervoer is een aardleiding nodig om de controller te aarden. De
aardleiding wordt door het ziekenhuis verstrekt.
®
Nadat het vervoer is voltooid, selecteert u > Vliegtuigmodus uitschakelen.
VLIEGTUIGMODUS INSCHAKELEN
Selecteer: > Menu > Instellingen/Service > Vliegtuigmodus
inschakelen.
Er verschijnt een wit alarm bovenaan het scherm:
Afbeelding 4. Alarm vliegtuigmodus ingeschakeld
Verbind de controller met een aarde en, indien aanwezig, zet de Impella
Connect in vliegtuigmodus. Bij aankomst krijgt u de opdracht om de
vliegtuigmodus uit te schakelen .
Opmerking: als de controller in de vliegtuigmodus staat, kan deze de
spoelcassette niet detecteren.
Daarom zijn er speciale spoelsysteemalarmen: deze dragen u op om
het team dat de patiënt ontvangt te informeren. We adviseren u om
het verhelpen van de alarmen aan het team over te laten wanneer de
vliegtuigmodus is uitgeschakeld.
VLIEGTUIGMODUS UITSCHAKELEN
Selecteer: > Menu > Vliegtuigmodus uitschakelen.
De bijgewerkte software stelt gebruikers in staat om de detectiefunctie
voor de spoelcassette (RF-ID) uit te schakelen voor een veilig luchtvervoer.
DEFIBRILLATIE
Raak de Impella
Controller NIET aan tijdens defibrillatie.
Als dringende defibrillatie nodig is tijdens ondersteuning met het Impella
systeem, dienen universele veiligheidsmaatregelen te worden gevolgd. Ter
voorkoming van elektrische schokken dienen zorgverleners aanraking van
®
de Impella
katheter, -kabels en -controller zorgvuldig te vermijden tijdens
®
de defibrillatie.
STORING OP HET ECG
Het gebruik van de Automated Impella Controller kan storing veroorzaken
in elektrocardiografische (ECG-)signalen. Controleer of de elektroden en
elektrodekabels goed vastzitten en goed contact maken. Houdt de storing
aan, activeer dan het filter voor eliminatie van de 50/100 Hz-frequentieband
of de 60/120 Hz-frequentieband (ook wel notch-filter genoemd) op het ECG-
apparaat. De frequentie van het filter wordt gebaseerd op de netfrequentie
van het land waar u de apparatuur gebruikt. Als uw ECG-apparaat niet is
uitgerust met de juiste filters, koppelt u de Automated Impella Controller
tijdelijk los van de netvoeding om een storingsvrij signaal te krijgen. Houd
de batterijstatus voortdurend in de gaten wanneer u de Automated Impella
Controller op batterijen gebruikt.
LATEX
De controller bevat geen natuurrubberlatex of synthetische derivaten van
natuurrubberlatex.
Opmerking over batterijvermogen
Als u de Automated Impella Controller volledig laat ontladen en het
systeem wordt uitgeschakeld als gevolg van een te laag batterijvermogen,
moet de controller langdurig worden opgeladen voordat deze opnieuw kan
worden ingeschakeld.
katheter, -kabels en Automated Impella
®
Gebruikershandleiding
®