Abiomed Automated Impella Controller Manual De Usuario página 282

Ocultar thumbs Ver también para Automated Impella Controller:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 112
IMPELLA GESTOPT
Als de Impella katheter plotseling is gestopt:
1.
Probeer de katheter opnieuw te starten op P-8.
2.
Lukt het niet om de katheter opnieuw te starten op P-8, probeer
het dan op P-2.
3.
Als de katheter niet opnieuw start of weer stopt, dient u 1 minuut
te wachten en het opnieuw te proberen.
4.
Als de Impella opnieuw start, dient u te weanen tot aan P-2 als de
patiënt dit verdraagt. In deze omstandigheden is de werking van de
katheter niet betrouwbaar en kan de Impella weer stoppen.
5.
Als de Impella niet opnieuw start, dient u de Impella zo snel
mogelijk uit het ventrikel te verwijderen om aorta-insufficiëntie te
voorkomen.
ZUIGING
Zuiging kan optreden als het bloedvolume dat beschikbaar is voor
de Impella katheter onvoldoende of begrensd is. Zuiging beperkt de
hoeveelheid ondersteuning die de Impella katheter de patiënt kan bieden
en leidt tot een afname van de arteriële druk en het hartminuutvolume. Het
kan bloedcellen beschadigen, wat hemolyse veroorzaakt. Het kan ook een
aanwijzing van rechtszijdig hartfalen zijn.
ZUIGING BIJ IMPELLA 2.5, IMPELLA CP OF IMPELLA CP
MET SMARTASSIST
Als de Automated Impella Controller zuiging detecteert terwijl deze in
AUTO-modus werkt, verlaagt de controller automatisch de motorsnelheid
om de flowsnelheid te verlagen en op die manier de zuiging te verhelpen,
en toont het adviesalarm 'Flow Impella verlaagd'. Als de zuiging is
verholpen, verhoogt de controller de flowsnelheid naar de gewenste
waarde. Als bij de laagste motorsnelheid nog steeds zuiging wordt
gedetecteerd, toont de controller het alarm 'Zuiging'.
Volg de onderstaande stappen als het alarm Zuiging of Flow Impella
verlaagd optreedt tijdens ondersteuning met de Impella:
1.
Zorg dat de patiënt over een adequaat volume beschikt.
2.
Verlaag het P-niveau met een of twee niveaus.
3.
Controleer met beeldvorming of de Impella katheter correct
gepositioneerd is. Herpositioneer de katheter door deze iets
te draaien of deze iets in of uit het ventrikel te bewegen. Het
uitvoeren van één of beide handelingen kan helpen om meer
afstand te creëren tussen de inlaat van de katheter en de
intraventriculaire wand.
4.
Beoordeel de werking van het rechterventrikel door evaluatie van
invasieve hemodynamische metingen en/of echocardiografie.
5.
Zet het P-niveau terug naar de instelling van vóór het alarm.
Als de Impella 2.5, Impella CP of Impella CP met SmartAssist
plotseling een lage flow of zuiging vertoont bij het opstarten:
a) Verwijder de katheter uit de patiënt en controleer of de ACT 250
of hoger is.
b) Inspecteer de inlaat- en uitlaatgebieden nauwkeurig en verwijder
eventuele trombus of andere vreemde materialen.
c) Vervang de katheter.
282
ZUIGING BIJ IMPELLA 5.0, IMPELLA 5.5 MET
SMARTASSIST OF IMPELLA LD
Volg de onderstaande stappen als het alarm Zuiging optreedt tijdens
ondersteuning met de Impella 5.0 of Impella LDkatheter:
1.
Verlaag het P-niveau met een of twee niveaus om de gevolgen van
zuiging te verminderen.
2.
Beoordeel de vochtopname en vochtproductie van de patiënt om
na te gaan of de volumestatus adequaat is.
3.
Controleer met beeldvorming of de Impella katheter correct
gepositioneerd is. Herpositioneer de katheter door deze iets
te draaien of deze iets in of uit het ventrikel te bewegen. Het
uitvoeren van één of beide handelingen kan helpen om meer
afstand te creëren tussen de inlaat van de katheter en de
intraventriculaire wand.
4.
Controleer de werking van het rechterventrikel door de CVD of de
rechterhartfunctie te evalueren met echocardiografie. Als meting
van de CVD geen optie is, dient u de diastolische druk in de arteria
pulmonalis te controleren om de volumestatus van de patiënt te
beoordelen.
5.
Zet het P-niveau terug naar de instelling van vóór het alarm.
DE IMPELLA KATHETER GEBRUIKEN
ZONDER HEPARINE IN DE
SPOELOPLOSSING
De Impella katheter is ontworpen om te worden gebruikt met een
spoeloplossing die heparine bevat. Het gebruik van het systeem zonder
heparine in de spoeloplossing is niet getest. Als een patiënt geen heparine
verdraagt vanwege heparine-geïnduceerde trombocytopenie (HIT) of
bloeding, moeten clinici hun klinisch oordeel gebruiken om vast te stellen
welke risico's en voordelen verbonden zijn aan het gebruik van het Impella
systeem zonder heparine.
Als het gebruik van het systeem zonder heparine in het belang van de
patiënt is, is de dextroseoplossing nog steeds noodzakelijk en dienen
artsen de systemische toediening van een alternatief antistollingsmiddel
te overwegen. De Impella katheter is niet getest met een alternatief
antistollingsmiddel in de spoeloplossing. Het gebruik van een alternatief
antistollingsmiddel kan de levensduur of prestaties van de Impella katheter
aantasten.
Gebruikershandleiding

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido