Abiomed Automated Impella Controller Manual De Usuario página 275

Ocultar thumbs Ver también para Automated Impella Controller:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 112
Inlaatgebied
Impella
®
-katheter
RV
Papillairspier
LV
Locatie van
de chordae
Afbeelding 9.
Transthoracaal echocardiogram (TTE) van
Impella katheter
VIER POSITIES VAN DE IMPELLA KATHETER
Er zijn vier posities van de Impella katheter die u kunt tegenkomen bij
het onderzoeken van echocardiogrammen van patiënten die worden
ondersteund met de Impella katheter. Deze zijn:
1- Correcte positie van Impella katheter
2- Impella katheter te ver in het linkerventrikel
3- Inlaat van Impella katheter in de aorta
4- Impella katheter in de papillairspier
Op de volgende pagina's wordt elke situatie beschreven. De Afbeeldingen
10−13 tonen transoesofagale echocardiogrammen (TEE). De Afbeeldingen
14−17 tonen transthoracale echocardiogrammen (TTE) van elke situatie.
1−CORRECTE POSITIE VAN IMPELLA KATHETER
Voor een optimale plaatsing van de Impella katheter moet het inlaatgebied
van de katheter zich 3,5 cm onder de annulus van de aortaklep en op ruime
afstand van de papillairspier en subannulaire structuren bevinden. Het
uitlaatgebied moet zich ruim boven de aortaklep bevinden. Als de Impella
katheter goed is gepositioneerd, toont het echocardiogram waarschijnlijk
het volgende, zoals getoond in Afbeelding 8 en 10 (TEE) en Afbeelding 9
en 14 (TTE):
• Inlaatgebied van katheter 3,5 cm onder de aortaklep
• Uitlaatgebied van katheter ruim boven de aortaklep (vaak niet
zichtbaar op TEE- of TTE-beelden)
• Katheter schuin richting de apex van het linkerventrikel, op afstand
van de hartwand, niet opgekruld en zonder de mitraalklep te
blokkeren
2− IMPELLA KATHETER TE VER IN HET
LINKERVENTRIKEL
Als de Impella katheter te ver in het linkerventrikel is geplaatst, heeft
de patiënt geen baat bij ondersteuning door de Impella katheter. Het
bloed komt het inlaatgebied binnen en verlaat het uitlaatgebied binnenin
het ventrikel. Blokkering van het inlaatgebied van de Impella katheter
kan leiden tot hogere mechanische krachten op de bloedcelwanden
en daaropvolgende hemolyse, wat vaak blijkt uit donkergekleurde of
bloedkleurige urine. Als de Impella katheter zich te ver in het linkerventrikel
bevindt, laat echocardiografie waarschijnlijk het volgende zien, zoals
getoond in Afbeelding 11 (TEE) en Afbeelding 15 (TTE):
• Inlaatgebied van katheter meer dan 4 cm onder de aortaklep
• Uitlaatgebied van katheter over of vlak bij de aortaklep
Automated Impella Controller met SmartAssist
Septum
Uitlaatgebied
Impella
®
-katheter
Aorta
LA
Mitraalklep
®
3−INLAAT VAN IMPELLA KATHETER IN DE AORTA
Als het inlaatgebied van de Impella katheter zich in de aorta bevindt,
heeft de patiënt geen baat bij ondersteuning door de Impella katheter. De
katheter trekt dan bloed uit de aorta in plaats van uit het linkerventrikel.
Bovendien kan zuiging ontstaan als het inlaatgebied tegen de wand van de
aorta of klepsinus rust. Als het inlaatgebied van de Impella katheter zich
in de aorta bevindt, laat echocardiografie waarschijnlijk het volgende zien,
zoals geïllustreerd in Afbeelding 12 (TEE) en Afbeelding 16 (TTE):
• Inlaatgebied van katheter in aorta of vlak bij de aortaklep
• Uitloper van katheter te dicht bij de mitraalklep
4−IMPELLA KATHETER IN DE PAPILLAIRSPIER
Als het inlaatgebied zich te dicht bij de papillairspier en/of de subannulaire
structuren rondom de mitraalklep bevindt, of daarmee verstrengeld is, kan
dit de werking van de mitraalklep aantasten en de flow van de katheter
negatief beïnvloeden.
Als het inlaatgebied van de katheter vastzit naast de papillairspier, kan
de instroom worden geblokkeerd, wat zuigingsalarmen tot gevolg heeft.
In dit geval is er ook een grote kans dat het uitlaatgebied zich te dicht bij
de aortaklep bevindt, wat kan leiden tot uitstroom op het niveau van de
aortaklep, waarbij bloed terugstroomt in het ventrikel. Dit heeft turbulente
stroming en hemolyse tot gevolg.
Als de Impella katheter zich te dicht bij de papillairspier bevindt of daarmee
verstrengeld is, laat echocardiografie waarschijnlijk het volgende zien, zoals
geïllustreerd in Afbeelding 13 (TEE) en Afbeelding 17 (TTE):
• Uitloper van katheter in papillairspier
• Inlaatgebied van katheter meer dan 4 cm onder de aortaklep of
vastzittend tussen de papillairspier en de wand van het myocard
• Uitlaatgebied van katheter te dicht bij de aortaklep
TRANSOESOFAGALE EN TRANSTHORACALE
ECHOCARDIOGRAFISCHE BEELDEN
Hieronder volgen transoesofagale echocardiografische (TEE-)beelden en
transthoracale echocardiografische (TTE-)beelden van vier posities van de
Impella katheter.
Vier transoesofagale echocardiografische (TEE-)beelden
Afbeelding 10. Correcte positie van Impella katheter (TEE)
• Inlaatgebied van katheter 3,5 cm onder de aortaklep
• Uitlaatgebied van katheter ruim boven de aortaklep
• Katheter schuin richting de apex van het linkerventrikel, op afstand van
de hartwand, niet opgekruld en zonder de mitraalklep te blokkeren
275

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido