COOK Medical Zenith TX2 Instrucciones De Uso página 105

Ocultar thumbs Ver también para Zenith TX2:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 55
Afb. 7
3. Bevestig een spuit met gehepariniseerde
fysiologische zoutoplossing aan het aanzetstuk
van de binnencanule. Spoel totdat er vloeistof
uit de distale zijpoorten en dilatatortip komt
(afbeelding 7).
4. Week 10 x 10 cm gaasjes in een fysiologische
zoutoplossing en gebruik ze om de Flexor
introducersheath af te vegen om de hydrofiele
coating te activeren. Hydrateer zowel de sheath
als de dilatator goed.
11.1.1  
Plaatsing van de Zenith TX2 endovasculaire  
prothese voor dissectie met Pro-Form en  
het Z-Trak Plus introductiesysteem
1. Prik in de geselecteerde ader volgens
een standaardtechniek met een 18 gauge
introductienaald. Breng na ingang in het
bloedvat het volgende in:
• standaardvoerdraad 0,035 inch, 260 cm,
15 mm J-tip of Bentson voerdraad
• sheath van gepaste maat (bijv. 5,0 Fr)
• pigtail-spoelkatheter (vaak maatkatheters
met radiopake banden; bijv. Cook Centimeter
Sizing CSC-20 katheter)
2. Voer angiografie uit bij het gepaste niveau.
Indien radiopake markeringen gebruikt
worden de positie zo nodig aanpassen en de
angiografie herhalen.
3. Zorg ervoor dat het prothesesysteem
gespoeld en gevuld is met gehepariniseerde
fysiologische zoutoplossing (geschikte
spoelvloeistof) en dat alle lucht verwijderd is.
4. Geef systemische heparine. Spoel alle
katheters en maak alle voerdraden nat met een
sterke heparineoplossing. Dit dient te worden
herhaald na elke uitwisseling.
5. Vervang de standaardvoerdraad door een stijve
0,035 inch, 260/300 cm LESDC voerdraad en
voer op door de katheter en omhoog naar de
aortaboog.
6. Verwijder de pigtail-spoelkatheter en de
sheath.
NB: Op dit moment kan er toegang worden
gekregen tot de tweede femorale ader voor
plaatsing van de angiografiekatheter. Als
alternatief kan een brachiale benadering
worden overwogen.
7. Introduceer het vers gehydrateerde
plaatsingssysteem over de voerdraad en voer
het op totdat de gewenste prothesepositie
bereikt is.
  LET OP: Om draaien van de endovasculaire 
prothese te voorkomen het introductiesysteem 
nooit ronddraaien tijdens de procedure. Laat 
het hulpmiddel zich natuurlijk aan de bochten 
en kronkels van de bloedvaten aanpassen.
NB: De dilatatortip wordt zachter bij
lichaamstemperatuur.
NB: Om de introductie van de voerdraad in
het introductiesysteem te vergemakkelijken,
kan het nodig zijn om de dilatatortip van het
introductiesysteem enigszins recht te maken.
8. Bevestig de voerdraadpositie in de aortaboog.
Zorg dat de prothesepositie correct is.
I-ZDEG-EU-1105-394-02
Afb. 8
9. Zorg eroor dat de Captor hemostaseklep op de
Flexor introducersheath naar de open stand
gedraaid is (afbeelding 8).
10. Stabiliseer de grijze pusher (schacht van het
introductiesysteem) en trek de sheath terug
totdat de prothese helemaal geëxpandeerd
is en de klepconstructie gekoppeld is aan de
regelhandgreep.
  LET OP: Terwijl de sheath wordt
teruggetrokken, kunnen de anatomie en de
prothesepositie veranderen. Controleer de
positie van de prothese voortdurend en voer
angiografie uit om de positie zo nodig te
controleren.
NB: Als er bovenmatig veel problemen zijn
bij de poging om de sheath terug te treken,
het hulpmiddel in een minder kronkelige
positie plaatsen waardoor de sheath kan
worden teruggetrokken. Trek de sheath heel
voorzichtig terug totdat deze zich net begint
in te trekken en stop onmiddellijk. Ga terug
naar de oorspronkelijke positie en ga door met
ontplooien.
11. Bevestig de positie van de prothese en pas die
zo nodig naar voren aan. Controleer de positie
van de prothese opnieuw met angiografie.
NB: Als er een angiografiekatheter evenwijdig
aan de stentprothese is geplaatst, gebruikt u
die om angiografie van de positie uit te voeren.
Afb. 9
12. Maak de veiligheidsvergrendeling los van
het groene ontkoppelingsmechanisme voor
de trigger-wire. Trek de trigger-wire in een
doorlopende beweging terug totdat het
proximale uiteinde van de prothese open gaat
(afbeelding 9). Trek de trigger-wire helemaal
terug om de distale bevestiging aan de
introducer los te maken.
NB: Controleer om er zeker van te zijn dat
alle trigger-wires verwijderd zijn alvorens het
plaatsingssysteem terug te trekken.
13. Verwijder het introductiesysteem en laat de
voerdraad in de prothese.
  NB: Laat de Zenith TX2 endovaculaire prothese
voor dissectie met Pro-Form en met het Z-Trak
Plus introductiesysteem op zijn plaats indien
het de bedoeling is dat een stent voor dissectie
wordt gebruikt.
11.1.2 
Inbrenging modelleerballon - Optioneel
1. Maak de modelleerballon als volgt en/of
volgens de instructies van de fabrikant klaar.
• Spoel het draadlumen met gehepariniseerde
fysiologische zoutoplossing.
• Verwijder alle lucht uit de ballon.
NEDERLANDS  105

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido