8.1
Voorbereiding
Dit is een steriel hulpmiddel, wat gebruik in een aseptische omgeving mogelijk maakt.
De maat van de canule en de geschikte lengte worden bepaald door een arts.
De volgende functies moeten vlak voor gebruik worden gecontroleerd. Als de cuff tijdens gebruik
lekt, vervang dan de canule en neem contact op met de TRACOE-klantenservice. Als het apparaat
faalt bij de initiële inspectie,
herhaal dan de procedure met een nieuw apparaat. Gooi het apparaat niet weg en volg de instruc-
ties in de rubriek "Retourzendingen en klachten".
A.
Bij gebruik van het minimaal traumatische inbrengsysteem
1. Inspecteer de steriele verpakking om er zeker van te zijn dat deze veilig en onbeschadigd is en
dat alle componenten aanwezig zijn.
2. Open de verpakking en inspecteer het apparaat vóór gebruik op schade.
3. Controleer of de canule vrij is van obstructies, of het materiaal niet broos of gescheurd is, of de
cuff intact is, of de vul- of suctielijnen niet geknikt zijn, of er geen scheuren of sneden zijn, of de
verbinding tussen de canule en het schild stabiel is.
4. Controleer de HVLP-cuff op lekkage door deze met een draagbare manometer op te blazen tot
een druk van 50 cmH
lekkage te detecteren door drukverlaging/cuffleegloop. Als de cuff lekt, verwijder dan alle lucht met
een spuit. Schuif het leeggelopen cuffmateriaal naar het schild om het makkelijk door de stoma te
kunnen schuiven.
5. Zorg er bij het afstellen van de canulelengte voor dat de oranje hendel aan de rechterzijde van
het schild open staat (onderste stand "ontgrendeld", zie vergrendelingssymbool op schild). Druk
op de knop met het veerelement en beweeg het schild over de canule. Laat de drukknop los als
het schild op zijn plaats zit. Duw de vergrendelingshendel omhoog (stand "vergrendeld") om het
schild op zijn plaats te fixeren (zie afbeelding 3).
Opgelet:
•
Beweeg het schild niet met overmatige kracht tot tegen de aanslag in de buurt van de 15
mm connector om te voorkomen dat de vullijn van de cuff wordt beschadigd.
•
Voor een juiste oriëntatie van de canule en het verstelbare schild is het essentieel dat de
schaal op de canule naar boven wijst (craniaal) met het distale uiteinde van de canule in caudale
richting. De informatie die op het schild staat gegraveerd, moet leesbaar zijn (TRACOE-logo
gericht naar de kin van de patiënt; zie afbeelding 2).
6. Controleer de draaifunctie van de schildvleugels en plaats beide vleugels in een positie die voor
de patiënt het meest comfortabel is.
7. Controleer of de vooraf geassembleerde silicone hoes de afstand tussen het conische uiteinde
van de inbrenghulp en het distale uiteinde van de canule overbrugt. Als er een opening zichtbaar
is, kan de connectie vaster worden gemaakt door te draaien aan de handgreep van de inbreng-
hulp.
8. Controleer of de Seldinger draad (niet inbegrepen), soepel past in de geleidekatheter van de
minimaal traumatische inbrenghulp.
9. Vervolgens worden de silicone hoes en het uiteinde van de tracheostomiecanule gesmeerd met
de meegeleverde smerende gel.
10. Eventueel kan na het inbrengen van de canule de halsband aan de schildvleugels worden
vastgemaakt.
B.
Bij gebruik van de obturator voor opnieuw inbrengen
Volg stap 1 – 6 zoals hierboven beschreven en ga als volgt te werk:
11. Zorg ervoor dat de obturator in de tracheostomiecanule gemakkelijk in en uit de canule kan
worden bewogen.
O (≈ 36,78 mmHg). Observeer de gevulde cuff gedurende 1 minuut om
2
NL
179